Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Dit is het domein van de tango, met alle hartstochten-kitsch erop en eraan, tango van de dood; tango matar. Existentialisme en naturalisme.
Pas wanneer het bloed vloeit, door toedoen van Aighistos, wordt Klytaemnestra de ‘roodgeverfde’, tragisch-Griekse vrouw: ze onthoofdt het lijk van haar man. Hier gaat ze fataal over de schreef, komt in extase en tuimelt bloedbespat de ruimte van de archaische bokkenzang binnen. Deze weerzinwekkende schending van iemand die reeds dood is, vertegenwoordigt Klytaemnestra’s mystieke moment. Ze loopt meteen naar buiten om Kassandra, Agamemnons Trojaanse minnares, te vermoorden, ‘zonder de moeite te nemen de ogen en de mond van haar echtgenoot te sluiten’. Wel veegde ze het bloed, dat op haar was gespat, af aan zijn haren,’om aan te geven dat hij zelf zijn dood had veroorzaakt’ (Robert Graves, Griekse mythen). De wraak van Klytaemnestra is haar zelfrealisatie en zelfverlies als vrouw. Ook deze vrouw wil ik laten spreken vanuit een plek waar de actie buiten de scene wordt gehouden; de plek van afspraak, waar ze als door de wol geverfde, bedrogen echtgenote wacht. Dat is haar kracht.
De Agamemnon op wie ze wacht is het type van de sentimentele misdadiger. Het afspraakje is gekleurd door de dreiging van het bloed. Het afspraakje is de voltrekking van een oordeel. Dat weet de man, die vrijkomt om te bloeden, niet. Door deze man te ‘executeren’, doorbreekt ze haar zwijgplicht als vrouw.
‘De heerschappij van een groep mannen die niet elkaars bloedverwanten zijn, de oligarchie, geeft vrouwen minder inspraak dan welke staatsvorm ook. Aan de heerschappij van een man – koning, keizer of farao – komt een koninklijke familie te pas waarin vrouwen vaak grote invloed hebben en waarin zij soms alle hindernissen overwinnen en zelf de macht in handen krijgen’ (Marilyn French).’ (bladzijde 183-184) Dit is fragment 82. Wordt vervolgd.