Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘Stuttgart
Voor Siefried Schmid
1
Weer een geluk is beleefd. Nu geneest de gevaarlijke dorte
en de scherpte van ’t licht zengt de bloemen niet meer.
Wijdopen staat weer een zaal en blozend gezond is de gaarde
en door regen verfrist ruist het glinsterende dal;
hoog staat het groen, de beken zwellen en alle verlamde
wieken wagen zich weer opwaarts in ’t rijk van de zang.
Vol is de lucht van vrolijke vogels, de stad en haar parken
zijn van gelukkige kindren des hemels vervuld.
Gaarne treffen z’elkaar en dwalen weer weg van elkander
zorgeloos, en niet één schijnt er te weinig, te veel.
Zo immers schrijft het hart aan hen voor, en zo licht en beweeglijk
gratie te ademen, dit schenkt hun een godlijke geest.’
(Bladzijde 197) Dit is gedicht 45. Morgen verder met dit gedicht.