Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’ vertaald
door Ad den Besten’.
Verder met
‘Cheiron
O ja, ik was het! Mij bood de aarde nog
van crocus, thijm en koren de eerste bos
en bij der sterren koelte leerd’ ik,
enkel het noembare. En de halfgod,
het wilde veld onttoovrend, het treurige,
Zeus’ knecht trok bij mij in, de rechtschapen man;
nu zit, uur in uur uit, ik hier in
stilt’, en gestalten uit de verse aarde
en liefdewolken vormt zich mijn fantasie,
omdat er gif gekomen is tussen ons,
en luistrend vraagt mijn oor, of niet een
vriendlijke redder wellicht op komst is.’
(Bladzijde 295) Dit is gedicht 61. Morgen verder met dit gedicht ‘Cheiron’.