Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’ vertaald
door Ad den Besten.
Verder met
‘In liefelijk blauw…
als louter moeite het leven is,
een mens omhoogzien en zeggen:
Zo wil ik ook zijn? Ja,
zolang aan zijn hart nog de vriendelijkheid,
de reine, duurt, zolang meet niet
in overmoed zich de mens met de godheid.
Is onbekend God? Is kenbaar hij,
als de hemel. Dit geloof ik eerder.
Des mensen maat is ’t. In dienstbaarheid,
doch dichterlijk woont de mens
op deze aarde. Maar reiner is niet
de schaduw der nacht, met de sterren,
als ik zo spreken kon, dan de mens,
die genaamd is een beeld der godheid.’
(Bladzijde 351-353) Dit is gedicht 71. Morgen verder met dit gedicht ‘In
liefelijk blauw…’