Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 5
‘Haar gemoed was melancholiek. In haar herinneringen vertelt de hoogbejaarde en
intussen blinde vrouw over
haar grootmoeder , die bij haar geboorte uitgeroepen had: ‘Je had er niet
moeten zijn.’ Die woorden hadden haar
leven bepaald, schrijft ze. Ze kreeg een aantal beproevingen te doorstaan: haar
bewonderde en geliefde broer was
onverwachts overleden; haar zus had van een burgerman gehouden, maar was tegen
haar wil uitgehuwelijkt aan een
voorname heer en stierf niet veel later van verdriet; twee zussen waren jong
gestorven, beiden in een ongelukkig huwe-
lijk. Ook Charlotte was getrouwd met een man die ze niet zelf had uitgezocht.
Hij, Heinrich von Kalb, had als officier in
Franse dienst in Noord-Amerika onder Lafayette tegen de Engelsen gevochten. De
Kalbs woonden in de jaren tachtig
een poosje in Landau en Mannheim, toen Schiller daar ook was. Charlotte was
verliefd geworden op de toen al beroem-
de schrijver. Ze dweepte met hem. Toen ze haar eerste zoon ter wereld bracht en
er zich complicaties voordeden, was
Schiller aanwezig en zorgde voor haar zoon, die nu de pupil van huisleraar
Hölderlin zou worden.’
(Bladzijde 71) Morgen verder met dit hoofdstuk 5.