een artikel van Pieter de Nijs over Vilém Flusser. De Nijs stipt een paar punten aan uit het boek van Flusser ‘Is er een toekomst voor het schrijven? ‘Op 17 december jl. spraken Kiene Brillenburg-Wurth en Dirk Vis over de toekomst van het schrijven in Pakhuis De Zwijger. Op deze avond,georganiseerd door het Instituut voor Beeldtaal, kwam ook het werk van de filosoof Vilém Flusser aan de orde,met name de ideeën die hij verwoordde in zijn essay ‘Die Schrift. Hat Schreiben Zukunft?’ In het onderstaande een poging tot verduidelijking van de gedachten die Flusser in zijn boek naar voren bracht. De titel van het boek van Vilém Flusser (voor het eerst in 1987 in het Duits gepubliceerd als ‘Die Schrift. Hat Schreiben Zukunft?) suggereert veel. Flusser (1920-1991)schreef zijn boek ongeveer 30 jaar geleden – dus ruim vóór de opkomst van internet en nieuwe media – maar de gedachten die hij in zijn essay naar voren brengt, blijken anno 2013 onverholen profetisch. Flusser vraagt zich af wat er zal gebeuren met het denken en in de communicatie wanneer geschreven taal overstemd raakt door digitale expressiemiddelen. ‘Schrijven,in de vorm van het plaatsen van letters en andere schrifttekens achter elkaar,heeft weinig of geen toekomst. Informatie wordt tegenwoordig effectiever doorgegeven met andere codes dan met geschreven tekens.’ Zo opent Flusser zijn essay,want het gaat hier om een gedachte-experiment. ‘Ik schrijf over het schrijven als communicatiemiddel’- een paradoxale activiteit,zo geeft Flusser toe,maar is denken in ándere vormen dan in letters achter elkaar wel mogelijk?’Dit artikel is ook te vinden op de website van ‘Het instituut van beeldtaal’. Ik schrijf het over omdat ik nog steeds bezig ben met het leesproject. Beschouw dit hele project als een ondertiteling bij mijn werk aan de hommages van Ezra Pound e.a. Waarschijnlijk ga ik het bij een van de komende tentoonstellingen ook gebruiken. Nu weer verder met Cantos LXXIV uit ‘Ezra Pound De Pisaanse Cantos’ ingeleid,vertaald en toegelicht door Paul Claes & Mon Nys. ‘Maurie die historische romans schreef/ en Newbolt die er twee keer gewassen uitzag/ zijn aan d’aarde toevertrouwd./ En vandaag hingen er wolken voor de zon/ -‘Je blijft wel zitten’ zei Kokka/ ‘als er iets begint te rinkelen als je verroert,’/ en de oude Marchesa haalde een receptie in Petersburg op/ en Kokka dacht dat er nog wel iets van die wereld (de hoge)/ overbleef in Spanje die frequenteren,god,nee!/ mening anno 1924/ Sirdar,Bullier,en Les Lilas,/ of Dieudonné Londen,of Voisin,/ Oom George stond als een staatsman ‘PEIHANTA/ vult elke holte/ de banketwinkels in de Nevsky,en Schöner/ om maar te zwijgen over der Greif in Bolzano la patronne werd oud’ (bladzijde 34-35) Wordt vervolgd.