met Kiene Brillenburg Wurth ‘Intermedialiteit & Tree of Codes van Jonathan Safran Foer’, ondertitel ‘Kunst is zichzelf niet meer’. ‘Toch zien we de laatste jaren ook een tegenreactie op deze veronderstelde inwisselbaarheid van (oude en nieuwe)media. Juist in het digitale tijdperk zetten analoge kunsten – kunsten die we nu pas als analoog kunnen zien en begrijpen – zich in hun analoge materialiteit steeds vaker af tegen digitale media,tegen ‘codes’ en ‘het internet’. De schrijver Mark Z. Danielewski (House of Leaves, Only Revolution) zei onlangs nog dat hij boeken probeert te maken die niet online kunnen bestaan. Of tenminste die online iets verliezen,zoals de opmaak van de pagina (die in e-books standaard wordt weggecodeerd – hierover later meer),het contact met het papier,het boek in je hand dat je bij Danielewski alle kanten op moet draaien,de tekstfragmenten die zich moeilijk laten lezen op papier.Een digitale bewerking zou deze moeilijkheid kunnen oplossen,maar daarmee zou veel verloren gaan van de leeservaring van Danielewski’s werk,omdat die draait om fysieke belemmeringen. Danielewski ziet het internet niet als de usurpator van papieren literatuur,maar als een creatief obstakel. Het internet is een grens die hem dwingt na te denken over boeken,wat boeken zouden kunnen zijn als een lichaam van literatuur. Dit is geen naïeve terugkeer naar het idee van medium-specificiteit,namelijk het boek tegenover het internet,als waren dit twee onverenigbare materialiteiten. Het gaat verder om een wisselwerking,waarbij boeken en schermen niet los van elkaar kunnen worden gezien:hoe brengt het internet het boek opnieuw voort als een medium van literatuur in het digitale tijdperk? Dit is precies de vraag die centraal staat in de rest van dit hoofdstuk;wat is het creatieve contrast tussen oude en nieuwe media?'(bladzijde 158-159) Wordt vervolgd. Nu weer Cantos LXXIV uit ‘Ezra Pound De Pisaanse Cantos’, ingeleid,vertaald en toegelicht door Paul Claes & Mon Nys. ‘maar werd als onschuldige vreemdeling vrijgesproken/ O ja,het geld is er,/ il danaro c’è, zei Pelligrini/ (heel vreemd gezien de omstandighn)/ musketiers na meer dan 20 jaar/ een ouwe (of ouwelijke) man nog actief/ slaat met een lat als raket steentjes op/ (Grieks Woord)onder de Taisjaan in het gezicht van de toren che pende/ op zo’n berrie werd Pontius gedragen/ onder zo’n zeildoek/ in de r. van het leger/ in het gezicht van twee rode bussen met ‘Fire’ erop/ Zoals Von Tirpitz tegen zijn dochter zei:pas op dat ze je niet verlokken/ (Grieks woord)dit kruis draait met de zon mee/ en de gojim zijn ongetwijfeld voor een groot deel vee/ terwijl een jood informatie krijgt/ hij stapelt informatie op/ faute de…iets substantiëlers/ (Grieks woord)hadden zijn conversatie gewaardeerd/ (Grieks woord)misschien in de zoele lucht/ met de mast in de linkerhand geklemd’ (bladzijde 64)Wordt vervolgd nog één keer. Ook al gaat deze Cantos maar door en door.Of maak ik hem toch af?