met het essay van Anneke Brassinga ‘Leopold – O rijkdom van het onvoltooide’. ‘Evenzeer psychisch als fysisch;bij Leopold is symboliek een bijkans samenvallen van beeldspraak en verwijzing naar de buitenwereld. Ik althans beluister zo’n rijtje woorden binnen het geheel van de indrukwekkende reeksen onvoltooid gebleven gedichten als precies even sterk naar binnen als naar buiten gericht. Hartegronden zijn landschappelijk,een zwarte haarwrong met fonkelende juwelen erin is een uitspansel vol sterren,broze herfstbladeren zijn ‘o tuilen,tuilen van onze wanhoop en verdriet’,en ‘de angst vloeit klam toe door de lanen’. Voornoemde regel,te vinden in de handschriften bij Van Halsema’s proefschrift ‘Bijeen het vroeger en het later’is,iets ruimer genomen,een kluitje woorden,dat ook nog een strofeachtige aanblik biedt://kromme/////onder de gebogen/ holle/ klimop/ blaren//herfst woud/leegte/vragen/hart v/d roos//en in de leegte van het bosch,[…]// Het blijkt in de volgende stadia van het gedicht ‘En op den bodem van den nacht’een van de kernen te zijn waaruit zich een poëtische groei gaat voltrekken. De eerste uitbreiding geeft ‘barre holte hout/in de k leegte van het bosch, en zijn wanhopige vragen/herfstdagen/de leegten van het winterbosch naakt angst,wild’,de klimop is wat verderop in de tekst beland als ‘onder de bocht der klimop blaren’ en het woord ‘holle’;’hart v/d roos’ wordt ‘bloemenhart dorenstruiken’ en even verder staat tussen al het andere te lezen:’onder den krans van klimopblaren ritselende rozelaren diep op den bodem van het glas’. Nog weer later ontwikkelt zich het hart v/d roos tot ‘de diepte van de ring robijnen’, en weer enkele stadia verder groeit het gedicht twee kanten op:het begin verwijdt zich tot ‘in ’s hemels en zwarten kolk,zonder beperkingen/woestenij holte / poel en kolk/ trechter schroef verloren’ en nog meer van die driedimensionale aanduidingen van het lege in het universum,daarna ontmoet je weer ‘in barre leegte van het winterwoud/bosch/ en in het handenwringend vragen/ …folterleed van takken…’en ‘leegte’ of ‘huiverende rozelaren’ en iets met ‘holle’ of ‘sombere klimopblaren’, en een ‘midden van de tafelronde’, een ‘bodem van glas’, een ‘in bochten van den zwaren wrong’en ‘in de diepe ringrobijnen’.'(bladzijde 100-101) Wordt vervolgd. Nu weer een paar aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Het pantheon van vergeten dingen’. ‘Maandenlang heeft hij niet tegen zichzelf gesproken,nu schiet het als messen uit hem te voorschijn.'(blz. 43) ‘Alle vergeten gedachten duiken weer op,aan de andere kant van de wereld.'(blz. 43) ‘Soms komen de dingen zo dicht bij elkaar in de buurt dat ze elkaar in vuur en vlam zetten. Het is die plotselinge openbaring van nabijheid waarvoor je leeft.'(blz. 44) ‘Het is verrukkelijk om te denken dat je doordrenkt bent van geheimen. Het mooiste van leren is dat het de geheimen vermenigvuldigt.'(blz. 44) Wordt vervolgd.