met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Dan stelt Leibniz dat waarneming zit in wat hij de ‘eenvoudige substantie’ noemt,maar niet in de machine. En dat is echt een soort geest-in-de-machine-theorie. Het beeld van het binnengaan van een lichaam zoals je een molen binnengaat is bijzonder sterk. De technologie is dusdanig ontwikkeld dat we het lichaam echt kunnen binnengaan,optisch althans. Terwijl ik dit schreef,werd ik behandeld voor nierstenen – een uiterst pijnlijke kwaal. De steen was zichtbaar op een CT-scan en met een fiberscoop door een katheter. De uroloog kon de steen zien zitten,en wist genoeg van neuroanatomie om te weten dat ik ondraaglijke pijn leed. Je had een lijn kunnen tekenen,van de zenuwen waar de steen tegenaan drukte door het hele zenuwstelsel heen,en daaruit kunnen afleiden dat ik pijn moest hebben. Je kon de pijn zien,bij wijze van spreken. Maar zien en voelen zijn twee heel verschillende dingen:je kunt zien dat een veer over een voetzool strijkt – maar je zult via de visuele weg niet het kietelende gevoel ervaren. Denk maar aan de intiemste lichamelijke relatie die er bestaat,de seksuele gemeenschap. Dan zijn we in en rondom elkaars lichaam geweest. Maar wat de ander voelt blijft een raadsel. Hoe de seksuele ander zich ook gedraagt,we willen toch nog weten of ze het lekker vonden. We weten wat we zelf voelen,maar wat de ander voelt blijft een geval van twijfel. Denk maar aan Meg Ryans gefingeerde orgasme in ‘When Harry Met Sally’.'(bladzijde 121-122) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘VERONTRUSTEND VOORWERP///(bij een tekening van Alberto Giacometti)//Hij was er al voorbij/toen iets zijn ooghoek trof/nu keert hij op zijn schreden terug/en ziet maar weet niet wat//Een voorwerp/zonder kant noch wal/een ding maar/zonder naam//Hij bukt zich/bang en blij ineen/maar pakt het niet/hij kijkt zich rijk//Dan is hij weer alleen.'(bladzijde 164) Wordt vervolgd.