met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Dat komt doordat de menselijke maat wegvalt;je kunt er fysiek niet in en schakelt over op je geest,waarin de ruimte schaalloos is. Bij een installatie word je geconfronteerd met je lichamelijkheid;een schilderij vergeestelijkt.’ Zwaar woord,’vergeestelijken’. Je bedoelt dat een schilderij de fantasie van de kijker aanjaagt? ‘Nee,bij fantasie verzin je iets. Dat gebeurt hier niet. Bij het maken van het werk verzin ik niets,het ontstaat door mijn eigen ervaringen en gedachten. En ik probeer ook niet de fantasie van de toeschouwer te stimuleren,maar ervaringen op te roepen. Toen jij net naar dit werk ging kijken,vond je het comfortabeler een paar stappen naar achteren te zetten. Dat had niets met fantasie te maken,dat was een ervaring. Ik denk dat een schilderij meer een mentale ervaring bewerkstelligt,en een installatie meer een fysieke. Dat is de reden waarom ik de grenzen opzoek van installatie en schilderij:mijn werk beweegt zich tussen het mentale en het fysieke. “Court Dance II” zit in het schemergebied en bewerkstelligt beide ervaringen.’ Ik doe weer een paar stappen naar voren en betreed de rode stip,die nu,met het verhaal over de kunstwereld in het achterhoofd,ook wel wat krijgt van een heel klein rond lopertje. Maar dat idee moet ik verwerpen:wie over de loper loopt is al uitgenodigd,mag al deelnemen aan de dans. Zo ver ben ik nog lang niet. Zodra ik op de rode punt sta,voel ik me fysiek onbehaaglijk,zoals je je voelt wanneer iemand te dicht op je komt staan,jouw ruimte binnendringt. Maar nu ben ik het die binnendringt,te dicht op de ander komt. Die twee,drie meter verschil in afstand maken dat ik veranderd ben van toeschouwer in deelnemer aan de hofdans. Hierdoor verandert mijn blik op het werk sterk.'(bladzijde 170-173) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘BALLING,VERTEGENWOORDIGER/voor F.M. en M.K.////je wordt minder lenig en meer buigzaam/het vet zet zich aan je lichaam/als mieren in een dood dier/en vreet je nog eens op/je ogen branden steeds eenzamer//je leeft alsof je onsterfelijk bent/want je leven is niet hier/toch loopt de dood door de reizen van je darmen/is de dood in je vleugels gebot//en in de aarde achter de ogen komen gaten/de heuvels worden stil en niet zo groen/de handen en glimlachen kalven af/over herinneringen worden foto’s geplakt/en vlugschriften:belevenis is een droom///je leert bedelen/hoe je rauwe wroeging van je volk/aan de onverzadigbare bureaucraten voert'(bladzijde 44) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.