met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Materie,het constante materiaal waar alles van gemaakt zou zijn,moet bij de ontdekking van iedere nieuwe theorie en bij ieder nieuw meetapparaat opnieuw gedefinieerd worden. “Atoom” betekent,net als “individu” overigens, “ondeelbaar”. Maar iedere keer duiken er in die ondeelbare bouwstenen nieuwe onderdelen op. We zijn zelfs opgehouden om die subatomaire deeltjes dan maar tot “atoom” te bombarderen,want we vermoedden al dat het bij elektronen,protonen en neutronen niet zou blijven. We zijn als Adam het subatomaire ingetrokken en de daar aangetroffen creaturen de namen photon,charm en Majorana-deeltje gaan geven. Materie betekent niet zoiets als aarde,water,lucht en vuur. Het is een fictie voor “bouwsteen”,terwijl we weten dat je daarvan nooit een vrachtwagen vol op een bouwplaats kunt afleveren. Het woord “werkelijkheid” is veel geschikter,dat is gewoon alles wat daar werkt,uit hoeveel delen het ook bestaat. Het is een fictie dat je een volledig wereldbeeld – voor de levenloze natuur,de levende natuur en de psychologisch,sociologisch en economisch begrepen cultuur – kunt optrekken met alleen aandacht voor het spul dat wij “Materie” noemen. Het is een nuttige fictie voor fysische laboratoria,spreekkamers van dokters en boardrooms in de City. Je kunt ook handelingsperspectieven uit dat materialistische wereldbeeld afleiden in termen van innovatie,goedkopere gezondheidszorg en valorisatie,maar je kunt de spraakverwarring die dat gaat opleveren in het parlement óók uittekenen. Met Materie allen kom je er niet.”(bladzijde 312-314) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘TRANSIT’. ‘verder naar het zuiden pas waren er bergketens/met hun kruinen als witte spiegels heliografisch boven de groene hinderlaag/en slagordes van wijnstokken in de laagten/kleine blijken van regering van het boerenvolk/en open glazen wateraders als belegging voor de lente//het is weer avond gebroken/ het is maar een fase van het winters zoet/elke reis heeft zijn tijdelijke bereik en bedoeling/net als de versregels een keerpunt moet hebben'(bladzijde 168) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.