met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘Maar een rizoom of veelheid laat zich juist niet overcoderen,zij beschikt nooit qua aantal lijnen over een supplementaire dimensie,d.w.z. qua veelheid van aantallen die aan deze lijnen zijn verbonden. Alle veelheden zijn vlak inzoverre zij al hun dimensies vullen en bezetten;vandaar dat we van een consistentievlak van veelheden zullen spreken,alhoewel de dimensies van dit ‘vlak’ zich vermeerderen met de aantallen verbindingen die zich op dat vlak gevestigd hebben. Veelheden worden van buitenaf gedefinieerd:door de abstracte lijn,de vlucht- of deterritorialiseringslijn,die haar van aard doet veranderen als zij zich met elkaar verbinden. Het consistentievlak (raster) is het buiten van alle veelheden. De vluchtlijn markeert tegelijkertijd de realiteit van een aantal eindige dimensies,die de veelheid effectief opvult;de onmogelijkheid van een supplementaire dimensie te construeren zonder dat de veelheid langs deze lijn wordt veranderd,en de mogelijkheid en noodzakelijkheid om al deze veelheden af te platten op een en hetzelfde consistentievlak of uitwendig vlak,welke dimensies zij ook mogen hebben. Het ideaal van een boek zou zijn,alles op zo’n uitwendig vlak uit te stallen,op een enkele pagina,op een en hetzelfde vlak:doorleefde gebeurtenissen,historische bepalingen,gedachtenbouwsels,individuen,groepen en sociale groeperingen.'(bladzijde 28-29) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Paard galoppeert in vliegende vaart’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Op zijn rode schoot heeft hij een open boek maar de bladzijden zijn voor omslaan te doorweekt. De man tilt gelijktijdig allebei zijn voeten op. Onder zijn voeten staan grote geschreven letters als geploegd in de grond:PASSIE. (In een eerder verhaal is al het bovenstaande beschreven als Efflata/Ejectamenta:een suite voor pen en papier.) De man geeft een schreeuw en geschrokken vogels fladderen de bomen uit. Een paard galoppeert in vliegende vaart.'(bladzijde 66) Dit was het verhaal.