met ‘De hinderlijke ander'(Sartre) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Ze erkent de ander niet,maar alleen mijzelf – en vervolgens de ander als een figurant in een wereld die ik met mijn keuze geschapen heb. De ander mag vrij zijn,maar mijn verhouding tot hem blijft,precies daarom,geworteld in het conflict. One night stand Daarmee begint zich het probleem af te tekenen dat we in het begin van dit hoofdstuk al aanstipten. Steeds weer opnieuw onderstreept Sartre dat de mens leeft binnen een concrete en eindige situatie,die Kiekegaard al heeft beschreven. De mens is altijd déze mens,hier -en-nu,zo zegt Sartre,die zijn essays bundelt in een tiendelige reeks onder de titel ‘Situations’. En nergens in ‘Het zijn en het niet’ wordt zijn analyse zo penetrant en veelzeggend als wanneer hij concrete voorvallen of tonelen laat zien en die filosofisch uitpluist:de kelner in het café,het meisje dat zich op een terras wel of niet versieren laat,de bedrogen minnaar die door het sleutelgat loert nar de ‘one night stand’ van zijn geliefde. Maar we zijn niet overgeleverd aan die situatie,zo zagen we. We stijgen boven haar uit,nemen afstand van haar en onderwerpen haar aan ons,doordat wij niet de feiten maar wel hun betekenis kiezen – en daarmee scheppen. Dat alles betekent,ironisch genoeg,dat Sartre ten slotte belandt in een positie die hij nu juist leek te willen vermijden,door als fenomenoloog de mens zoveel mogelijk in zijn concrete verworteling in de wereld te analyseren.'(bladzijde 254-255) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘Taalmineraal’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘De zon pipetteert ons/in haar lichtkolf:re/agens dat leven draagt/over sterven. streven wij/cellofaan opengeplooid./het reilen van de tijd/in gods zeilen. lang/zame reidans van ons/lichaam. taalconcentraat.'(bladzijde 70) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘staat buiten de zwartgerokte hond’.(bladzijde 226)