een gedicht van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘het schepeke is dansdol/en begeerte gortdroge baai/bedding roeit gromgras/en kiel keft scheurend./damesdons knipoogt elastisch/guitmakkertje stelt zich voor met een been/krommooi geheven/laat uitzicht u laven maar eer ook de haven/met tukpootjes klepperen zij achter haar aan/het zeerossig paardje/zij is schootjes knipogig,lusjes belossend/met strijkstro legert zij moede matrozen/verpoos,verknoop uw avonturen in mijn dolle vuist/muis en hamel staan te uwer beschikking,maan./zulksloot verzadigd van stoffen scheidt uit/wat verzamelde scheden tot schande en voordeel begeerden./golven ontstellen zich waterpas'(bladzijde 224) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd.