Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Merkwaardig hoe het lot van Laios (Antigone’s grootvader met wie de doem van het huis van Labdakos feitelijk begint), net als dat van zijn zoon Oedipus, in een tautologische beweging stikt. Omdat Laios van het orakel hoort dat een zoon, geboren uit Jokaste, betekent dat hij zijn eigen moordenaar verwekt, rukt hij het kind uit de armen van de moeder, doorboort beide voeten met een spijker, bindt ze samen en laat het kind te vondeling leggen. Het wordt gevonden, in sommige versies door een herder, in andere door de kinderloze vrouw die hem zal opvoeden als haar eigen kind. Tegen die tijd zijn de voetjes van het pasgeboren wicht zo gezwollen door de etterende wonde die de vader erin heeft aangebracht, dat men het kind ‘Hij met de gezwollen voeten’ noemt (of ook: Hij met het oedeem aan de voeten).
Op dat ogenblik heeft Laios eigenlijk al haast de doodstraf verdiend: door een pasgeboren wicht, zijn eigen zoon, zo toe te takelen, nadat hij willens en wetens dit kind heeft verwekt tegen het orakel in. Nu zal hij juist dit vonnis over zich afroepen door de manier waarop hij zich gedraagt op de beruchte viersprong, wanneer een jongeman – zijn terugkerende zoon – hem de weg verspert. Laios is koppig, de jongeman wil ook niet van wijken weten, Laios geeft bevel zijn karos op de vreemdeling te laten inrijden. De karos verplettert met een van haar wielen … een voet van Oedipus. We kunnen rustig aannemen dat dit het ogenblik is waarop Oedipus zijn verstand verliest door woede; het gepredestineerde slaat hem tweemaal op dezelfde plek (hoewel hij deze gruwelijke ironie niet beseft maar blijkbaar aanvoelt, getuige het buiten zinnen raken). Hier duikt de tautologie op: Laios voltrekt op die manier het vonnis over zichzelf, in en door de zoon die hij tweemaal heeft verminkt. Omdat hij eraan wou ontsnappen, gaat hij recht op zijn lot af. Dit scenario wordt letterlijk herhaald in de zoon – ook die voltrekt zijn lot omdat hij eraan wil ontsnappen (als hij van het orakel hoort, loopt hij weg van zijn zogenaamde ouders). (Bladzijde 157-158) Dit is fragment 55. Wordt vervolgd.