Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 10
‘Die diagnose heeft betrekking op de burgerlijke moderne tijd in het algemeen,
niet op specifiek Duitse tekortkomingen,
zoals Hyperions filippica wil doen geloven.
Hölderlin laat op het eind Hyperion vanuit Duitsland, dat oord van
teleurstelling en ontmoediging, terugkeren naar zijn
Griekse vaderland, en hij zal dan waarschijnlijk zijn verdere leven aan het
dichten wijden en daarmee aan de opdracht
van Diotima voldoen, temeer daar na de dood van Alabanda de verlokking van de
politieke daad verdwenen is. In lijn
met zijn zelfbesef is Hyperion als dichter al begonnen met zijn brieven aan
Bellarmin. Ze kunnen gelezen worden als
een verhaal hoe iemand dichter wordt. De laatste brief eindigt derhalve met de
zin:’Binnenkort meer’ (MA I, 796).
Ik heb er in het begin al op gewezen dat Hyperion niet alleen zijn
levensverhaal vertelt, maar dat hij tijdens het vertel-
len ook verandert. Hij is aan het eind een ander dan aan het begin, als hij zijn
eerste brief aan Bellarmin schrijft na zijn
terugkeer uit Duitsland.’
(Bladzijde 151) Morgen verder met dit hoofdstuk 10.