Baricco; de barbaren, een vervolg. ‘ Dus wanneer de beschaving kritiek heeft op het barbaarse artefact vanwege het kruiperige, opgefokte, gemakkelijke kenmerk ervan, is dat oordeel tegelijkertijd waar en niet waar. Het is waar dat het kenmerk aanwezig is, maar het is niet waar dat dit een tekortkoming is, tenminste niet volgens de barbaarse logica. Het is inhoud, het is geen toeval, zouden ze vroeger gezegd hebben. In dat kenmerk verpulvert de barbaar het gewijde symbool van de inspanning (en de hele cultuur die daaruit voortkwam) en verzekert zich van de overleving van de beweging (fundament van een cultuur). Het spreekt voor zich dat er criteria van goede smaak en van omvang overblijven waarmee keer op keer kan worden beoordeeld of het artefact goed of slecht gelukt is. Maar ik denk wel te kunnen zeggen dat wanneer wij van het barbaarse artefact de nadruk op het spectaculaire, verleidelijke, kruiperige kenmerk bekritiseren, we overkomen als iemand die tegenover een giraf hoofdschuddend opmerkt: veel te lange poten en nek, afschuwelijk. Het probleem is dat het niet een mislukt, langgerekt paard is – het is een giraf. Een prachtig dier; lang geleden was het een speciaal cadeau, voorbehouden aan koningen. Wil je een voorbeeld dat misschien alles duidelijk zal maken? De film.’ ( bladzijde 152) Hij heeft meestal een goede clifhanger. Morgen verder.