Proefwerkvragen over de barbaren van Baricco. Vervolg. Waarom hebben barbaren niets met de kenmerken van de Romantiek, denk bijvoorbeeld aan authenticiteit? Is het authentieke verdwenen in een kristallisatie van de collectieve waarneming? Hoe belangrijk is de krant, zijn de journalisten, in het maken van de werkelijkheid? Vertegenwoordigen de journalistiek, de media in het algemeen, de voorhoede van een triomferende barbaarsheid? Wordt in de media het zwaartepunt van de dingen verplaatst van hun oorsprong naar de gevolgen? Is voor de hedendaagse journalistiek het belangrijkste punt van een feit de hoeveelheid beweging die het kan genereren in het mentale weefsel van het publiek? Verwachten we dit echt van de media en willen we zelfs betalen voor een dergelijke lezing van de wereld? Schuilt voor barbaren de betekenis van de dingen niet in hun oorspronkelijke baan maar in het spoor dat eraan ontspringt wanneer ze in aanraking komen met andere stukken wereld? Kun je dus zeggen: ze zijn niet wat ze zijn, maar wat ze worden? Gaat het niet om een degeneratie die wordt gedicteerd door een vorm van waanzin maar gaat het om het gevolg van een bepaalde manier van denken over de betekenis van de wereld? Waarom betekent het vooruitgangsideaal van de Romantiek (het vernieuwingsidee) bijna niets voor de barbaren? Begrijpen de barbaren de stap voorwaarts niet maar wel de stap zijwaarts? Is de waarde van het verschil bedoeld als zijwaartse afwijking van het voorschrift van de ontwikkeling? Waarom valt de mode niet te verklaren volgens de idee van een lineaire vooruitgang waar individuele stijlen dan af en toe een geniale versnelling aan geven? Vertelt de journalistiek, die tot kunstvorm is verheven, niet over de wereld maar produceert nieuws? Wordt alleen datgene wat zich als verschil voordoet ten opzichte van de dag ervoor als gebeurtenis beschouwd? Worden in de journalistiek een sequentie van zijwaartse stappen geregistreerd die de betekenis van de wereld onderscheppen door alle zijsprongen ervan te noteren? Morgen verder.