met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘Gecijferd,dat zijn ze naar alle evidentie:in meerdere betekenissen en in meerdere talen. Allereerst gecijferd omdat zij een cijfer tellen,het chiffre van het getal 13. Dat is een van de getallen waarin toeval en noodzaak elkaar kruisen,om zich daaraan voor één maal toe te vertrouwen,zich daarin te consigneren. Noodlottigheid en haar tegendeel worden daarbinnen strikt en op een tezelfder kere betekenisvolle én onbetekenende wijze met elkaar verknoopt:de toevalskans en het vervallen daarvan,de samenloop binnen één geval,datgene wat – ten goede of ten kwade – samen valt. DIE ZAHLEN,im Bund/mit der Bilder Verhängnis/und Gegen-/verhängnis// LES NOMBRES,liés/à la fatalité des images/et à sa contra-/fatalité// DE GETALLEN,in hun bond/met het noodlot der beelden/en hun tegen-/noodlot.(30)//// Und Zahlen waren/mitverwoben in das/Unzählbare.Eins und Tausend…// Et des nombres étaient/tissés dans/l’innombrable.Un,mille…// En getallen waren/meeverweven in het/ontelbare. Eén en duizend…(31) Nog vóór het cijfer 13 kondigt de één van de titel, IN EINS, al de con-signatie en de co-signatuur van een meervoudige singulariteit aan. Vanaf de titel en vanaf het incipit is het cijfer dus,net als de datum,in het gedicht ingelijfd. Zij geven toegang tot het gedicht dat zij zijn,zij het een in cijferschrift geschreven toegang. Die eerste verzen zijn ook nog op een andere manier in chiffres geschreven:meer dan andere onvertaalbaar. Ik denk daarbij niet aan alle dichterlijke uitdagingen waarmee deze imposante dichter-vertaler zijn dichter-vertalers confronteert. Nee,ik beperk me hier tot de aporie(de versperde doorgang,no pasarán:wat wil zeggen aporie). Wat de doorgang van de vertaling lijkt te versperren,is de veelvuldigheid van talen in hetzelfde gedicht, in één. Vier talen,als een reeks eigennamen en gedateerde signaturen,het kader van een zegel. Net als de titel en net als de datum staat het incipit te lezen in het Duits. Maar al in de tweede regel dringt zich een tweede taal,kennelijk een Hebreeuws woord, de ‘hartmond’in: sjibbolet. Dreizehnter Feber. Im Herzmund/erwachtes Schibboleth. Mit dir,/[…]/// Treize février. Dans la bouche du coeur/s’éveille un schibboleth. Avec toi,/[…]/// Dertiende februari. In mijn hartmond/ontwaakt sjibbolet. Met jou,/[…]// Die tweede taal zou heel goed een eerste taal kunnen zijn,de taal van de ochtend,de taal van oorsprong die spreekt van het hart,vanuit het hart en vanuit het Oosten.'(bladzijde 38-39-40 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’)Wordt vervolgd. Ja ja.