met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘Deel vier. Ingevoegd als het is in de tweede versregel van In Eins,vormt het woord sjibbolet ook de titel van een langer en ouder gedicht,dat in 1955 werd gepubliceerd in de bundel Vom Schwelle zu Schwelle. Sjibbolet zou ook metonymisch als titel van deze bundel kunnen gelden. Het spreekt immers over de drempel ,het passeren van de drempel(Schwelle),van de ene drempel naar de andere,over datgene wat het passeren,oversteken,overdragen,kortom het vertalen mogelijk maakt. We treffen er min of meer dezelfde configuratie van gebeurtenissen in aan,bezegeld door dezelfde jaardag in februari,waarbij de band tussen de hoofdsteden Wenen en Madrid misschien die tussen Parijs,Madrid en Petropolis uit In Eins vervangt. No pasaran staat al heel dicht bij sjibbolet. Ongetwijfeld opnieuw een herinnering aan februari 1936-39,zij het dat deze keer noch de dag[13] noch het jaar genoemd wordt. Waarmee de gedachte kan postvatten,ook al omdat de Franse verwijzing en taal hier afwezig lijken,dat het deze keer in feite om een andere datum handelt,in de andersheid waarvan andere februarimaanden,en dan een bepaalde 13de februari opkomen,vervolgens samenkomen en overeenkomen tot een overdeterminatie van het Sprachgitter van de handtekening. Het spel van overeenkomsten en verschillen,een sjibbolet tussen beide gedichten,kan plaats bieden aan een eindeloze analyse. Naast zijn presentie op titel van titel valt het woord sjibbolet vlak voor het woord februari en het no pasaran,in een strofe die we openhartig zouden kunnen noemen en die ook zelf door het hart,door het enkele woord hart, geopend wordt. In In Eins zal dat in de eerste versregel Im Herzmund,in de hartmond worden: […]//Herz:/gib dich auch hier ze erkennen,/hier,in der Mitte des Marktes./Ruf’s,das Schibboleth,hinaus/in die Fremde der Heimat:/Februar.No pasaran//[…]///[…]//Coeur:/donne-toi ici aussi a connaitre/ici,au milieu du marche./Appelle-le,le Schibboleth,/a l’etranger de la patrie:/Fevrier.No pasaran//[…]///[…]//Hart:/geef je ook hier te kennen,/hier,midden op de markt./Roep het uit,het sjibbolet,/tot in den vreemde van het vaderland:/Februari.No pasaran.//[…](36) Den vreemde,de vreemdheid van het thuis-zijn,het weg-van-huis zijn,weggeroepen zijn uit het vaderland of uit eigen huis binnen het vaderland,de pas van het ‘onpas’ die elk passeren van de grens,terug tot zichzelf of weg van zichzelf,garandeert en bedreigt,het moment van het sjibbolet – wederom ligt dit alles gemarkeerd in de dagtekening,in de maand en het woord ‘februari’.'(bladzijde 55-56-57 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’) Wordt vervolgd.