een gedicht van J.L. Borges uit de bundel ‘De Gezworenen’. ‘TRIADE/// De opluchting die Caesar zal hebben gevoeld in de ochtend/ van Pharsalus,toen hij dacht: Vandaag is de dag./ De opluchting die Karel de Eerste zal hebben gevoeld toen hij/ de dageraad in het venster zag en dacht:Vandaag is de dag/ van het schavot,de moed en de bijl./ De opluchting die jij en ik zullen voelen op het moment dat/ voorafgaat aan de dood,als het lot ons losmaakt van de/ droeve gewoonte iemand te zijn en van het gewicht van de/ wereld.(bladzijde 19) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het essay van Stefan Hertmans over J.L. Borges ‘Zielsverhuizing’. ‘Francesca en Paolo vormen voor Borges het oervoorbeeld van de manier waarop historische tederheid tot stand kan komen door de verhuizing van de ziel van het personage naar de lezende:’Die dag lazen we niet verder.’ Het leven had het lezen opgeslokt,overgenomen,tot een ander leven getransformeerd. Om deze transformatie is het Borges te doen,en hij bewondert Dantes vermogen om zich zo concreet in te leven in iets dat ooit fictief is geweest,maar door zijn toedoen een ervaring is geworden. Zoals Lancelots liefde voor Guinevere in Paolo overging,ging de liefde van Paolo voor Francesca over in Dantes eigen liefde voor Beatrice. En de ‘zwijgend wenende’ doet hem bezwijmen:’Ik viel zoals een dood lichaam valt.’ Door inleving voelt Dante de liefdesdood aan zichzelf voltrokken worden – een hyena is hij niet. Als de literatuur in haar meest verborgen strata altijd een vorm van treuren is,zoals Adorno zei,dan heeft Borges haarfijn aangevoeld waarom dat zo zou zijn:omdat de passies van het verleden alleen teruggehaald kunnen worden als een persoonlijk aangevoelde tragiek. Lezen is een profetische bezigheid geworden voor deze blinde ziener. Een winst uit een gebrek,zoals hij het zelf noemt,één dat hij te gelde moest maken om zinvol te kunnen bestaan: ‘Voor het kunstenaarschap is blindheid niet helemaal een vorm van ongeluk:het kan een instrument zijn (…) Als de blinde zo denkt,is hij gered.’ ‘Al het nabije wordt ver’- ook zo definieert Borges zijn blindheid. De wereld baadt in de aanschouwelijkheid van zijn historische verte. Deze verte moet hem inspireren zich zo dicht bij de mensen te bevinden,dat hij hun gedachten kan lezen. ‘Galahad was het boek en die het schreef’: personage en auteur vallen samen op het ogenblik dat het blinde inzicht zijn weg heeft gevonden,door de historische verte heen,naar de nabijheid van het door het lezen tot leven gewekte personage. Dit is de verbeelding van de bibliotheek waar Foucault het in verband met Gustave Flauberts ‘Verzoeking van de heilige Antonius’ over had:deze verbeelding is niet van de mensen afgesneden omdat ze uit de boeken komt.'(bladzijde 279-280-281) Wordt vervolgd.