met het essay van Henk Oosterling ‘De bestaansesthetica van Michel Foucault’ ondertitel ‘Leven als medium’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Kunstpraktijken als discours Om een juiste inschatting te kunnen maken van Foucaults politieke esthetica is inzicht vereist in zijn ideeën over de relatie tussen het schrift en de kunst. Volgens Foucault is de auteur als schrijvend subject of de kunstenaar als scheppend genie weliswaar een unieke,maar niettemin afgeleide ‘instantie’ van een veel bredere kunstpraktijk. Zo’n praktijk vormt een discours:een discursief interactieveld,waarin met elkaar samenhangende concepten betekenis en richting geven aan de handelingen van groepen en individuen. Die ‘interacteren’ samenhangend en zinvol zolang ze,gevraagd naar hun motieven en beweegredenen voor hun daden,hun legitimiteit aan dit discours ontlenen. In zo’n discursief veld zijn kunstenaar,kunstwerk,criticus,kijker en kunstinstituten instanties die weten wat kunst is,en die in hun omgang met dit weten macht op elkaar uitoefenen en zo elkaars identiteit versterken. Foucaults kunstopvatting is op zich weer een effect van de vele teksten die hij als inspiratiebronnen erkent. Een eerste inspiratiebron is het werk van Friedrich Nietzsche:in diens opvatting ‘formeren’ kunstpraktijken excessieve levenskrachten en maken ze zo het leven collectief leefbaar. In Nietzsches vroege esthetische essay ‘De geboorte van de tragedie’ is het apollinische aspect het vormaspect dat de dionysische levenskracht stileert. Een tweede inspiratiebron vormt Georg Bataille. In het werk van deze Franse denker en schrijver worden Nietzsches esthetische inzichten verdiept. Volgens Bataille is kunst evenals erotiek een overschrijdingspraktijk waarin verschillende levenskrachten omwille van zichzelf worden gestileerd. Kunst maken en kijken,verleiden en de liefde bedrijven hebben geen externe motivaties nodig. Foucaults bemoeienissen met de uitgave van Batailles verzamelde werken in 1970 – hij schrijft in deel I een korte inleiding – verklaren dat hij in hoge mate door Batailles inzichten is beïnvloed (Oosterling 1989).'(bladzijde 83) Wordt vervolgd. Nu weer een citaat van Elias Canetti uit ‘Vliegenpijn’. ‘Het is alleen mogelijk om te leven,omdat er zoveel te weten valt. Geruime tijd nadat het zich over iemand heeft uitgegoten,behoudt het weten nog zijn gladheid en neutraliteit,zoals olie op de stormachtige wateren der gevoelens. Maar zodra het zich daarmee toch vermengd heeft,helpt het hem helemaal niets meer,en hij moet nieuw weten op de golven storten.'(blz. 26) Wordt vervolgd.