met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Zulk giswerk is niet helemaal loos,omdat het de vraag opwerpt of er nog andere lichamen bestaan dan de lichamen die wij bezitten,waarvan de eigenaren – als die er zijn – het soort gewaarwordingen hebben als wij hebben. Zo niet,dan zijn Descartes en het wezen dat hij beschrijft in zijn ‘Traité de l’homme’ wezens met het soort gevoelens dat de figuren op Poussins schilderij laten zien – de gevoelens die voor ons zo gemakkelijk te begrijpen zijn,hoe weinig we ook weten van wat er in hun lichamen gebeurt om die gevoelens mogelijk te maken. Nu wil ik Descartes’ idee van de logische onafhankelijkheid van het lichaam van de geest weer oppakken,dat tegenwoordig een toepassing heeft die het in de zeventiende eeuw niet had,en dat onze ietwat onbeholpen vraag of molens pijn lijden toch nog betekenis geeft. Tot vrij kort geleden waren de enige wezens van wie wij wisten dat ze in staat waren te denken wezens met menselijk zenuwweefsel. Descartes was ervan overtuigd dat niet alles door het zenuwweefsel kon worden verklaard,omdat hij weigerde te geloven dat dieren een geest hadden of in staat waren te denken of zelfs,als je je dat nog kunt voorstellen,dat dieren pijn konden voelen. (Als we tegenwoordig kreeften in kokend water laten vallen,zeggen we ook graag dat ze niets voelen.) Kant sprak over rationele wezens – onder wie wij vallen,maar ook ‘hogere wezens’ zoals engelen – en hoewel werd nagedacht over wat voor lichaam engelen dan bezaten,is het de vraag of ze pijn of zelfs een soort lichamelijk genot konden voelen.'(bladzijde 123) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘DRIJFHOUTEN HUIS///In zijn gevecht tegen de bierkaai/bouwt hij zijn huis,plank voor plank/dag na dag,met wat de zee hem bracht///Latwerk,zelden waterpas,houdt het vensterglas/zo’n beetje vast,de treden op hun plaats,/geen timmerman die het hem na zou doen/zo schots/zo scheef///Zijn huis is een verslag over hoe het gisteren was/met een mogelijke uitbouw naar vandaag,/spijkers glinsteren in het gras///De dagelijkse oogst aan drijfhout bepaalt/hoe het verdergaat en wat er morgen staat/een brandtrap of een nieuw hiaat///Want soms breekt hij iets af omdat het/anders gaat en drijfhout,eenmaal opgeraapt/en meegenomen,moet worden ingebouwd.'(bladzijde 176) Wordt vervolgd.