met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Denk ook aan het portret dat Sint-Lucas wilde schilderen van de Maagd – maar ze wist dat hij niet over de vaardigheden beschikte om dat goed te volbrengen – en dus stond ze door een wonder van tederheid toe dat haar beeltenis op zijn paneel verscheen,natuurlijk een perfecte gelijkenis. Dat is volgens mij wat Sint-Lucas laat zien op het schitterende schilderij van Guercino – niet zijn schilderkunst maar iets wat de Maagd heeft bewerkstelligd,zo levensecht dat de engel op het schilderij de illusie heeft dat het tastbaar is. De afbeelding is intrinsiek verbonden met de Maagd,zoals een spiegelbeeld. De Maagd is echt aanwezig in het schilderij,zodat je als je tot het schilderij bidt direct tot haar bidt en er daarom de mogelijkheid bestaat dat je gebeden worden verhoord. Misschien is het ‘portret’ zelf wel een verhoord gebed van Sint-Lucas. Hoe dan ook,als je dacht dat het met een camera was gemaakt,denk je eigenlijk dat het lijkt alsof de natuur zichzelf heeft geschilderd,alsof de kunstenaar er niets mee te maken had. Het vergt enorme vakkundigheid om een schilderij eruit te laten zien als een foto. Delaroche was zo grootmoedig om ervoor te zorgen dat Daguerre een staatspensioen kreeg. Daguerre vond zelf dat zijn andere uitvinding,te weten de diorama,belangrijker was (hij was alleen aan fotografie begonnen omdat hij dacht dat die hem zou kunnen helpen betere diorama’s te maken). In zijn aanbeveling aan de overheid uit 1839 schreef Delaroche ten voordele van Daguerre dat ‘Daguerres proces volledig voldoet aan alle voorwaarden van kunst,en dat het wezenlijke principe van kunst ermee tot dusdanige perfectie wordt gebracht dat het zelfs voor de meest getalenteerde schilders onderwerp van observatie en studie moet worden’.'(bladzijde 131-132-133) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘HOTELGAST///In iedere hotelgast huist een ander/die,zo gauw alleen,laden en kasten opentrekt./Wat zoekt hij daar?///Hoopt hij dat iets verborgen of/achterbleef:een haarspeld,paper-/clip,miniem verhaal,of desnoods/iets dat onklaar geraakt ten minste/wijst op een vorige bewoner. Niets/van dit alles (het is een goed hotel).///Hij betaalt voor een kamer die hem weigert/en dat is wat hij zoekt en vindt/in lege ladekasten:zichzelf/na zijn vertrek.'(bladzijde 216) Wordt vervolgd.