met het boek van Arthur C.Danto ‘Wat kunst is’. ‘Nadar was de eerste die zich bezighield met luchtfotografie. Hij gebruikte daarvoor luchtballonnen en wist hoe telefotografie werkte. Daumier gaf zijn tekening de geestige titel ‘Nadar Elevant la Photographie à la Hauteur de l’Art’- ‘Nadar verheft fotografie tot het niveau van kunst’. Mijn vermoeden komt neer op het vervangen van Nadars naam door die van Manet en het omdraaien van de termen. De ironie van Greenbergs theorie van vlakheid,uiteengezet in zijn essay ‘Modernist Painting’ uit 1960,is dat deze gebaseerd zou zijn op de reductie van de kunstvorm schilderen tot de kern – die een artefact blijkt te zijn van een totaal andere kunstvorm,namelijk de fotografie. Daar gaat de zuiverheid van kunstvormen die de basis had moeten zijn van zijn kritiektheorie. Ik vermoed dat Manet de camera imiteerde door te schilderen alsof de visuele werkelijkheid bestond uit artefacten van de fotografische processen van die tijd. Toevallig waren er in het Museum of Modern Art een keer twee tentoonstellingen tegelijk – een van de executieschilderijen van Manet,waarin we kunnen zoeken naar tekenen van het begin van het modernisme,en een van Brice Marden,met name van zijn grijs-in-grijs monochromen,die ik heb beschouwd als het einde van het modernisme als stijlperiode. Zijn monochromen zijn echt grijs in grijs,met schaduwachtige markeringen in donkerder grijs die door andere schilders,zoals Jasper Johns en Alberto Giacometti,als achtergrond waren gebruikt voor de eigenlijke onderwerpen van hun schilderijen. Het lijkt alsof Marden de schaduwen naar voren heeft gehaald zodat ze samenvallen met de oppervlakken van zijn schilderijen,waardoor die zijn onderwerpen worden en zijn schilderijen in objecten veranderen. (bladzijde 140-141) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘FRANCIS BACON///De eeuw vroeg om een beeld/en er klonk het geluid van scheppende spaden/van voetstappen op de vlucht/het trage zoemen van vliegen boven een vuilbelt/van iemand die onvermoeibaar flessen kapotgooit/en in een flits een man die zijn overhemd lostrekt/om ons zijn kapotgeslagen rug te tonen/een vrouw zich vooroverbuigend in het puin///De eeuw eiste een beeld/en er verspreidde zich een geur/van nat smeulend gras/gasbellen die openbarstten/van spekvet en haarwater/van dennennaalden uit een verstopt toilet/en door een kier een naakte man op handen en voeten/een vrouw neerkijkend in een kuil met stro///De eeuw schreeuwde om een beeld/en zette zich vast als kurkdroge/ijskille wind op de huid/stuiptrekkingen van een levend gevild dier/een heup die zich geschrokken terugtrekt/in het donker en aan de horizon/een man en een vrouw die zich gedragen/alsof zij paren op een bed van vliegen. (bladzijde 243) Wordt vervolgd.