met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘We kijken,zo vertelt Den Otter,naar een beeldverslag van een tekening die hij enkele jaren geleden heeft gemaakt in De Ketelfactory in Schiedam. Den Otter:’Ik ben daar een paar weken aan het tekenen geweest. En elke variant,elke volgende fase van de tekening,heb ik vastgelegd met een digitale camera. Samen met een van mijn zoons heb ik die verschillende stadia op de computer omgezet in een film waarin elke zes seconden een volgend stapje zichtbaar wordt.’ Dat betekende dat je – even rekenen – tien keer zes keer twintig tekeningen gemaakt hebt? ‘Nee. Ik heb niet telkens nieuwe tekeningen gemaakt,ik heb steeds doorgewerkt aan dezelfde pasteltekening,totdat de muur geen pastelkrijt meer kon opnemen. Toen het pastel echt van de muur begon af te vallen,besefte ik dat de tekening zou sterven. ik begon te wissen,voorzichtig,met de hand,stofmasker op.’ Dat moet het moment in de film zijn dat ik heb opgeschreven:’Vanuit vliegtuig door wolkendek naar aarde kijken.’ ‘Dat zou je erin kunnen zien. Ik was zelf niet op het idee gekomen.’ Ik laat het vliegtuig rusten. Kijken we hier naar een interpretatie van de schepping? ‘Die term is me te religieus. Ik heb een streng calvinistische opvoeding gehad. Zelf zou ik eerder zeggen:we kijken naar een kringloop.’ De atheïstische variant op de schepping. ‘Als ik iets moet zijn,noem ik mij spinozist. Spinoza zegt: God is alomtegenwoordig. Niets kan zich eraan onttrekken. Dood en leven,geest en materie zijn voortdurende verschijningsvormen van één substantie.’ (bladzijde 153-154) wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘ISLA NEGRA/bij de dood van Pablo Neruda///…een paar dennen als pennen recht overeind/wolken al rokend op de naad van de rug in de lucht/op de koers van de wind ligt de zee/schuimend vol uitroeptekens/het eiland – een gat in het water///gisteren,vandaag,morgen///ook jouw stad:daar komt de regen nu/wuivende optochten grijze kameraden door straten/(het verwonde dier vreet zijn eigen ingewanden op)///bruidegom:jij (welke jij?)///een scheve pet over het ene oog/witte stengel rook uit de mond/en een bloem in het knoopsgat/want vandaag trouw jij met de aarde,hermano,/vandaag dragen we je over///een paar bloedrode kransen/als arbeidsvlaggen op de kist'(bladzijde 30) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af!