met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Ik ben in mijn werk altijd bezig met wat er in het hoofd van de ander gebeurt. Op het moment dat ik de opdracht kreeg op zoek te gaan naar de essentie van de polder Mastenbroek,wist ik onmiddellijk:alleen de bewoners van het dorp kunnen mij naar die essentie brengen.’ Mastenbroek is een middeleeuwse polder in de gemeentes Zwartewaterland,Kampen en Zwolle. Middenin ligt de gelijknamige kleine dorpskern met school,verenigingsgebouw en kerk. ‘Toen ik in 2005 aan de slag ging,stond het gebied sterk onder druk. Het boerenbedrijf kwijnde weg,het was niet langer vanzelfsprekend dat de nieuwe generatie het familiebedrijf zou over nemen. Op zoek naar meer ruimte emigreerden nogal wat boeren naar Canada. Daarnaast wilden de omliggende steden en dorpen Genemuiden,Hasselt,Kampen en Zwolle in het gebied nieuwbouw plegen. Ik was nog net op tijd om de verhalen over het oude Mastenbroek te horen en een beeld te krijgen van een tamelijk gesloten gemeenschap.’ Van verhaal naar geur is een hele stap. ‘Eigenlijk ging het omgekeerd:van geur naar verhaal. Ik heb een keer op het dak gestaan van het parfummuseum in Grasse – de bakermat van de parfumindustrie. Op het dak stonden planten in kassen,ernaast stond een flesje met de geur van de plant. Als je zo’n plant in geur kunt vangen,dacht ik,dan moet het ook mogelijk zijn een landschap in geur te vangen.’ Dat landschap zit nu in een flesje olie. ‘Ik stelde me een fabriek voor waar je het landschap aan de ene kant in kunt stoppen en een druppel er aan de andere zijde uit komt.” (bladzijde 229-232) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘BAJESKLANT SLAAT VLEUGELS UIT/////ik ben een nachtvogel op reis naar jou/door scheuten in de tijd/in tuiten van het donker/over steppen en savannes/over de betekenissen van kudden koeien/de ervaringen van nachtelijke seizoenen/als vlindervrijheden uit larvenstaat losbreken/de maan warm wordt/voorbij herinneringen aan geheime/littekens van de artisjok/en de ijverige groei van pompelmoesboerderijen/zo kom ik naar je toe///ik ben de nachtvogel op reis naar mijn jou/ik passeer voorbije dagen en vele landen/gedragen in de driftige draf van het hongerige roofdier/in de uitwaaierende vlucht van schuchtere duiven/als die afketsen op de zon/verzonken in de blauwe kraaiennestogen van matrozen/verweven in het bittere lijf van de schemerige trein/als de nacht door beenderen fluit/zo kom ik naar je toe///met al mijn kaarten zonder wegen/want ik ben de nachtvogel/zonder geschenken of de schoonheid van rode veren/maar mijn adem lang en zodendiep van verlangen'(bladzijde 96) wordt vervolgd.