met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Woorden en beelden Kunst,daar moeten Woorden tegenaan Claudy Jongstra besteedt veel aandacht aan de Woorden die nodig zijn om de natuurlijke kleuren waarmee ze werkt te beschrijven,en ook om het productieproces van de grondstoffen voor die kleuren uiteen te zetten. is het nodig om zoveel energie te steken in het zoeken naar het juiste Woord voor iets wat je ook gewoon kunt aanwijzen? ‘Ik ben Jongstra en andere kunstenaars erkentelijk als zij Woorden toevoegen aan hun Beelden. Niets kan de esthetische ervaring vervangen,maar ik zou me als toeschouwer doodeenzaam voelen als ik mijn indrukken niet tastend naar termen tot uitdrukking zou mogen brengen. Woorden zijn hooguit een toevoeging,geen vervanging. Ze schieten strikt genomen principieel tekort,maar het zou toch katterig zijn als ik alleen met het glimmen van mijn ogen blijk mocht geven van mijn zielenroerselen. Als ik meteen de oude Goethe even van stal mag halen:”De kunst is de bemiddelaarster van het onuitsprekelijke;daarom lijkt het onzin om met woorden weer voor de kunst bemiddelend op te treden. Maar als wij toch moeite doen in die richting,dan blijkt dat er op die manier voor het verstand veel profijtelijke te vinden is dat het vermogen om kunst te beoefenen ook weer ten goede komt.” ‘ (bladzijde 322-323) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breitenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘VOOR MOEDER/////en jij bent geboren uit zijn lendenen,uit de oude gentleman z’n lendenen/hij met zijn opgeheven lijf in vest en horlogeketting,/de uitgaanshoed en de brillenglazen vol zachte ogen;/uit mensen in een ruime maar arme woning/tussen waar de eerste bergen eenzaam maken,/het Sandveld,duivenwereld – visioenen van witte oogstvelden/met koele eucalyptusbomen als uitrusttekens – tussen waar de mensen brouwen omdat ze lief zijn voor elkander/en de genade van de zee – Struikbaai,Stilbaai,Speelbaai,Dansbaai/waar rare schatten zijn aangespoeld:kisten vol knikkers,koperen ledikanten,/boeken,kruiken vol zalf,dode predikanten,kruisen,sextanten’ (bladzijde 180) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.