met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Zelfs ons van elkaar vervreemden doen we met geleende indrukken en overgenomen uitdrukkingen als “kutmarokkaantjes” en “minder,minder”. De meeste PVV-ers wonen in Limburg en Zeeuws-Vlaanderen,gebieden waar nauwelijks Nederlandse Marokkanen wonen. Daaraan zie je de maakbaarheid,het artificiele van onze interesses. Ook zonder dat we zelf ergens een indruk van hebben,kunnen we in positieve en negatieve zin opgewonden raken van uitdrukkingen die anderen aan hun indrukken gegeven hebben. Als dat mogelijk is,kunnen we die uitdrukkingen manipuleren. Het is mogelijk,want het is werkelijk.Welbewust in kunsten en wetenschappen inhaleerbare inspiratiepartikels produceren. Verbeelden en verwoorden,betekenissen niet aan het toeval overlaten,maar koesteren. Indrukwekkend uitdrukking geven. Daar zonder terughouding aan doorklussen,zou ik zeggen.’ Klinkt naar clubvorming. The art of association. ‘Precies. Wat ons interesseert zit nooit in een lijf van vlees en bloed,hoe geil dat er ook uitziet. Het bevindt zich “inter” meerdere “esses” van vlees en bloed,en bestaat uit een wolk van symbolische,met lippenstift gepimpte expressie die we op elkaar afvuren om indruk te maken.”(bladzijde 351-352) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘ZELFPORTRET’. ‘Kijk,ik ben de man die een winkelier kent/met een moedervlek op de neus;ik schets immers/de kelders en inscripties van het geheugen.///De geur van paarden stuit met niet tegen de borst./Soms kleurt het stoplicht voor mij rood./Ik heb weleens een pornografische foto betast,/haar kont was wat dik en schitterde/onder de vettigheid van vingertoppen./God praat niet met mij./Kijken is maken.///Zo ben ik,zo is mijn leven.'(bladzijde 222) Wordt vervolgd.