met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ”We zijn altijd actief indrukwekkend en veelbetekenend. We wekken indrukken en betekenen ons scheel. We manipuleren natufacten en artefacten. Interesse is de ijle sfeer die we opladen met symbolen,beelden en concepten.’ Dat lijkt me een wiebelig zooitje. Hebben we wel voldoende houvast in wat ons het meest interesseert? ‘Het is kwetsbaar. Want als jij je wilt losmaken uit onze interesse,kun je de afstand vergroten zonder dat ik daar iets aan kan doen. Er bestaat geen interesse in een persoon. Als iemand zich terugtrekt gaan er hele geschiedenissen verloren.Een hardnekkige ruzie is een allesvernietigende catastrofe. Wat er tussen ons is kan als een plumppudding in elkaar zakken. Er zijn risico’s,treurnis dreigt altijd.’ Dijkstra spreekt ook over dat verdriet. ‘Ja,als ze achter die tafel zit wordt ze verdrietig. Dat is een gelaagde opmerking. Zij wil met al haar Inspiratie,die niet bovenmenselijk is maar wel bovenindividueel,achter een tafel zitten om iets te maken wat voor ons allemaal weer tastbaar wordt. En daar hangt nogal wat van af. Ze moet een vorm vinden om uit al die samengebalde,tot uitdrukking gebrachte ervaring een nieuw ding te maken. Daarvoor moet ze kiezen,focussen,want die hele blub ervaring kan niet op een wit vel,hoeveel licht ze dat ook laat geven.”(bladzijde 352) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘WIND STILTE/////het gaat moeilijk worden/deze aarde los te laten/(maar wie en wat gaan we?)/de verschrikkelijke ruimten/ van onteigening/die zo al-een van jou zijn///een donkere heuvel aan de overkant/als een kom glimmend licht/met bomen die nog de tekens/ van wind dragen/in knoop en wond en wonder van adem/en aan deze kant/ als een verschuiving/hellingen en moddervlakten/en zwarte plantengroei///elk lijden is afstand/-hoe had je kunnen weten van mensen/ in de modder?/wat is beleefd?wat gezien,gehoord/en wat doet ter zake?///wanneer de wanden verkruimelen/en als de onafgebroken schreeuw/ in jou opengaat/een beierende,glinsterende bezwering/van dansende ruimten-/een windstilte'(bladzijde 224) Wordt vervolgd.