met de lezing van J.F. Vogelaar ‘De kunst van het lezen’. ‘Om die reden wilde Defoe absoluut niet dat zijn verhaal van Crusoë een roman genoemd werd. Immers,roman betekende zoveel als verzinsel,onwaarheid,dus bedrog. In de andere lijn wordt het alsof juist benadrukt,zoals in het geval van Don Quichot,en dan heet het werk fantastisch,droomachtig,subjectief of symbolisch. Tot het eerste type rekent Marthe Robert Balzac,Tolstoj,Dostojevski,Proust,Faulkner,Dickens,auteurs met een realistische inslag;tot het tweede type Cervantes,Hoffmann,Jean-Paul,Novalis,Kafka,Melville,auteurs met een meer fantastische inslag. Een schrijver als Flaubert vertoont duidelijk eigenschappen van beide typen:in ‘Madame Bovary’ zegt hij als het ware ja tegen de werkelijkheid,in ‘De bekoring van de heilige Antonius’ en ‘Salammbô’ wendt hij zich van zijn eigen tijd af. De twee houdingen kunnen bij één auteur voorkomen,zelfs in één verhaal samengaan. Overigens is hiermee niets gezegd over de kwaliteit van een schrijver. Hooguit kan het als prestatie gezien worden wanneer in een werk een evenwicht wordt bereikt tussen de introvertheid van de vondeling en de betrekkelijke extravertheid van de bastaard,misschien zoals het werk van Franz Kafka met puur literaire middelen erin slaagt tegelijk voor en tegen de wereld te zijn,geheel en al hier,midden in de werkelijkheid,en tegelijk geheel en al aan ‘de andere kant’. Wie het werk van Robert Musil kent,zal hierbij meteen aan de roman ‘De man zonder eigenschappen’ denken.'(bladzijde 10-11) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Het lichaam trilt van het woord’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Om twee redenen:in het begin om te profiteren van de koele schaduwen van de welriekende morgen die het geluid dempt en de geur verhult,en vervolgens om te zorgen dat de apotheose plaatsvindt in de volle glorie van de middag. Dan is het uit met versluiering,verborgen bedoelingen,verdoezeling van lijnen! Lang geleden kenden we de zee. Ketters beweren dat wij allen,Masetedi zowel als Indringers,uit de wateren zijn opgekomen.'(bladzijde 51-52) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.