met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘We praten niet meer zoveel over de psychoanalyse,toch praten we er nog over,en te veel. Daar gebeurt niets meer. We hadden er behoorlijk genoeg van,maar waren niet in staat,er meteen een punt achter te zetten. De psychoanalytici en vooral de geanalyseerden hangen ons danig de keel uit. Wat ons betreft was het noodzakelijk deze materie,die ons achter deed lopen,te temporiseren – zonder ons illusies te maken over de objectieve draagwijdte van zo’n onderneming -,het was noodzakelijk haar een dusdanige kunstmatige snelheid te verlenen,dat het tussen haar en ons tot een breuk zou leiden. Het is afgelopen,na dit boek zullen we helemaal niet meer over de psychoanalyse spreken. Niemand zal daaronder lijden,zij niet en wij niet. Vreemd,hoe hinderlijk de bezwaren zijn,die je voor de voeten geworpen worden. Als je probeert in een beek te zwemmen,binden ze je blokken aan je been:heb je hieraan gedacht,wat doe je daarmee? Ben je wel coherent? Zie je geen tegenspraak? Wat aardig om nooit een antwoord te geven. Slechts één ding is erger dan de bezwaren en de weerleggingen van de bezwaren,en dat is de reflectie,het terug-tot… Om bijvoorbeeld in een boek terug te keren naar een vorig boek:waar gaat het over? Heb je Freud wel goed begrepen? En je nieuwe boek,zijn jullie erdoor veranderd? Wat afschuwelijk is het om de balans op te maken.'(bladzijde 21-22) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Spin tegen de vlieg’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ”De een of andere nonchalante kwajongen zal,let maar op,de Universele Show in elkaar steken. Aan beide zijden zullen de verantwoordelijke Democratische en Rode generaals – die maar agenten zijn,stijl speelt de hoofdrol – hun royalties ver van tevoren naar een Zwitserse bank hebben gebracht. De wapenfabrikanten zullen hen de kont hebben gekust en de amenroepers van de religie zullen hen hebben gezegend.”(bladzijde 60-61) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.