met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘Gaan zelfs de vluchtlijnen er niet toe over om,dankzij hun eventuele verbreiding,die organisaties te reproduceren die juist de functie hadden te vernietigen of van richting te veranderen? Maar het omgekeerde is ook waar,het is een kwestie van methode;je moet de kopie altijd weer op de kaart terugvoeren. En deze operatie strookt bepaald niet met de voorgaande. Want op de keper beschouwd is het niet waar dat een kopie de kaart reproduceert. Zij lijkt eerder op een foto,een radio,die begint met datgene te kiezen en te isoleren wat ze reproduceren wil. Dat gebeurt met behulp van kunstmatige middelen,met kleurstoffen en andere dwangmethodes.Het is altijd datgene,wat nabootst,dat haar eigen model voorbrengt en annexeert. De kopie heeft de kaart al in een beeld vertaald,zij heeft het rizoom al in grote en haarwortels veranderd. Overeenkomstig haar eigen betekenislagende en subjectiverende hoofdassen heeft zij de veelheden georganiseerd,gestabiliseerd en geneutraliseerd. Zij heeft het rizoom voortgebracht en gestructureerd;de kopie reproduceert alleen zichzelf als ze meent dat zij iets anders kan reproduceren. Daarom is zij juist zo gevaarlijk. Zij injecteert de overtolligheden en verspreidt die.’ (bladzijde 34-35) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een verhaal van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles een paard’. Titel van het verhaal ‘Eindelijk dood’. ‘Hij had een hoofd stampvol nutteloze weetjes en verder niets. Alles zonder doel,niets dat gebruikt kon worden om brood op de plank te krijgen,wist hij. Hij zou een uitstekende toerist geweest zijn maar er is nog geen bureau dat toeristen verhuurt. Hij zou de ideale oom kunnen zijn van een achterlijk kind,bivakkerend in een kamertje in een vervallen koloniaal herenhuis in Bobo-Dioulasso.’ (bladzijde 71) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.