met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘In andere gevallen daarentegen kun je direct steunen op een vluchtlijn om lagen op te blazen,wortels af te breken en nieuwe verbindingen aan te leggen. Er zijn dus de meest uiteenlopende verbanden van kopieën-kaarten,van wortels-rizomen,met variabele deterritorialiseringscoëfficiënten. Er zijn boom- en wortelstructuren in rizomen,maar omgekeerd kunnen ook een tak van een boom en een deel van een wortel plotseling ontkiemen in een rizoom. De positiebepaling hangt hier niet af van theoretische analyses die universalia impliceren,maar van een pragmatisme dat veelheden of gehelen van intensiteiten samenstelt. Binnen in een boom,in de holte van een wortel of in de vertakking van een tak kan een nieuw rizoom ontstaan. Ofwel:een microscopisch element van de wortel-boom,een haarwortel,brengt de productie van het rizoom op gang. Boekhouding en bureaucratie werken met kopieën:desondanks kunnen ze,zoals in een roman van Kafka,plotseling beginnen te ontkiemen en stengels laten groeien. Een intensieve lijn gaat op eigen houtje aan het werk,een hallucinatorische waarneming,een synesthesie,een perverse mutatie,een spel van beelden rukt zich los en de heerschappij van de betekenaar is al ter discussie gesteld.'(bladzijde 36-37) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Eindelijk dood’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Hij wist hoeveel knopen er zaten aan het uniform van een politieagent in San Francisco,niet te verwarren met die op het uniform van een agent van de verkeerspolitie van de staat Californië. Dat wil niet zeggen dat zijn kennis exclusief was,maar wel precies en esoterisch en volstrekt ongevraagd. Hij wist,bijvoorbeeld,het antwoord op apartheid. Hij kende het deel van de hemel,en kon het je in bijzonderheden beschrijven,waar alleen Latijnsamerikaanse schrijvers naar toe gaan.'(bladzijde 72) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.