met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘In onze meningencultuur kan elke doorbraak,elk afwijkend inzicht direct tot opinie worden gereduceerd. Voor de kunst heeft dit ook gevolgen. De zogeheten avant-gardestrategie wordt onmogelijk. De ’traditie van de breuk’ (Octavio Paz) stopt als de cultuur van de opinie elke breuk onmiddellijk in haar weefsel absorbeert. De avant-garde is dan oer definitie historisch geworden,en wijzelf worden ergens na het einde van de geschiedenis geparkeerd. Dit is wat filosoof Alain Badiou in zijn boek ‘Logiques des mondes’ en ‘futloze wereld’ noemt:een wereld waarvan de textuur zo verzadigd is dat de geen breekpunten meer toestaat. Toch blijft het nieuwe koppig pogen zich te manifesteren binnen de wereld,maar wel anders dan in meer historische tijden. De oude manifesten schrijvende en burgers epaterende avant-gardisten hebben nazaten;in dit boek noem ik hun werk meestal met een enigszins omstreden woord ‘experimenteel’. Ze achten zich niet meer in staat de geschiedenis in tweeën te breken. In plaats daarvan neigen ook zij ernaar om te opereren via netwerken. Kleinere,natuurlijk,dan die van de dominante opiniewereld,waarbinnen zij noodgedwongen opereren.'(bladzijde 12-13) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Over de ogen’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Haar jaloezie. Oude Dame leeft in uitersten. Ze is of zo armoedig als een gastarbeidster die als kamermeisje werkt en met de hele familie in een oude schuur woont of zo rijk als een ‘emigrée’ grootgrondbezitster. Ze beklaagt de armen en buit ze uit. Ze hoort bij een partij van de revolutie.'(bladzijde 82) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Het woord ‘hogedrukscheldkanonnades’. Bladzijde 48 in het boek ‘Een springende fontein’ van Martin Walser.