met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Het meisje Rose,de hoofdpersoon van het boek,wordt in het boek vaak nerveus van allerlei dingen die rond zijn en van de vraag wat het betekent om Rose te zijn. ‘Oh dear oh dear was everything just to be round and go around and around. What could she do but try and remember the mountains were so hihg they could stop anything.’ Rose besluit een berg te beklimmen met een blauwe stoel (blauw,niet roze,is haar lievelingskleur). Tijdens het klimmen vindt ze een prachtige boom,maar ook die is rond. in een soort ritueel besluit Rose dan Steins beroemde zin ‘Rose is a Rose is a Rose’ in een kring om de boom heen in de bast te kerven. Dat is lichamelijke arbeid waarin zij op kan gaan:’And Rose forgot the dawn forgot the rosy dawn forgot the sun forgot she was only one and all alone there she had to carve and carve with care the corners of the Os and Rs and Ss and Es in a Rose is a Rose is a Rose is a Rose.’ Het is wellicht een libidinaal genoegen,zo suggereert een anagram van haar naam. Het probleem van Rose zijn op een ronde wereld wonen is niet op te lossen. Ze kan wel perspectief krijgen door een berg te beklimmen,of hard werken aan een voorstelling van de wet van de identiteit,waarmee het probleem van identiteit oplost in het plezier van de handeling zelf.'(bladzijde 43-44) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘JIE-AI-AI-IE’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘De borden met de vettige grijze etensresten stonden naast onze schoenen op het karpet. Geen zonlicht verlichtte het karpet. Door de openslaande deuren naar het balkon was een rechthoekige reep blauwe hemel te zien. En soms wolken als een weerkaatsing van de van de schaduwen in de straat.'(bladzijde 93) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Het woord ‘denkbrouwers’ uit ‘Bloeiend puin’ van Anneke Brassinga.(bladzijde 76)