met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Praxis:lichaam/taal/contrafactisch Machtskritiek – in de maatschappij en in het schrijven – moet erkennen hoe opdringerig dit beheersingspatroon eigenlijk is,en het tegelijk weerstreven. ‘Hoeveel makkelijker is/kolonialisme dan leren van de verdrukker/studeren bij de verdrukker. Niet op de sociale veiligheidsklep zitten. bevraag gezag. de verdediger van het privébezit,de verdediger van de kapitalistische beschaving’. Vandaar de noodzaak voor het schrijven om af te leren. ‘VERVLUCHTIGEN. Te ontmythologiseren. Ideologiekritisch weetje. waardeverschuiving. geen positivisme dromerij. anamnese. Een melding is net surveillance. Natuurlijk kan je het problematiseren. Onze onderdanigheid is onmetelijk’. Samenlevingsdans. Maar:’lastpak…opgeroerd…crux. Unisono aanhouder betekenis/…hoe kaartenhuis ook’. Politiseren. Ontdekking kan worden gezien als een grondvestende handeling bij uitstek. ‘Ik bedoel vernieuwd. in praxis versteent hart stel je voor. rebellie of revolutie?’Verstevig op zijn minst het participatieve van het schrijven als grondvestende handeling (dus niet alleen een flauwe ‘communicatieve’ of ‘expressieve’ handeling,want maar al te vaak wordt niet de “doenerspositie” ‘uitgedrukt’ en ‘gecommuniceerd’ maar een reeds bestaande sociale constructie,van steeds dubieuzere waarde).'(bladzijde 72) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘De ontvangst’ van Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. ‘Zij weet bijtijds zijn omhelzing te ontwijken/maar hij drukt nog gauw zijn lippen op haat blote schouder -///een zeeïg licht valt over de velden/van eer,over braakland,akkers,brokken krijt/in pas getrokken voren,rijen identieke/kruizen,wat lijken de oorlogen ver,een veerboot/verlaat door tientallen meeuwen/omzwermd de havenmond///geen van de overige genodigden/schijnt oog te hebben voor het vermaarde uitzicht,ook/in de speeches wordt het niet/genoemd,al evenmin nadat ten slotte/het glas is geheven'(bladzijde 16) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘In de loop van de woorden’ van Breyten Breytenbach het woord ‘morgenwaan’. (bladzijde 7)