met “Weerstandsbeleid (nieuwe kritiek)’ van Jeroen Mettes. ‘Het is wellicht praktisch onmogelijk en zelfs onwenselijk om noties als Vorm en Auteur volledig weg te deconstrueren – de neiging tot overcodering lijkt onvermijdelijk deel uit te maken van het lezen – maar dat neemt niet weg dat overcodering al een individu veronderstelt. Met andere woorden:er is al een gedicht, ‘a small (or large) machine made out of words’,zoals William Carlos Williams het noemt,voordat er eenheid is. Eenheid is slechts het ‘menselijk gezicht’ dat op de volledig functionerende machine wordt geprojecteerd. Een gedicht is dus een meervoudigheid,een fundamenteel open mechaniek. Een gedicht vormt wel een geheel,maar het geheel functioneert als een onderdeel naast alle andere onderdelen:octet+sextet+sonnet+krans+etcetera. De unificerend-supplementaire Vorm of Auteur zijn niet zozeer pogingen om het gedicht meer individualiteit te geven,als wel om aan het geheel een transcendent aura te verlenen en zo het gedicht af te sluiten van de wereld waarin het ingebed is en waaruit het zijn expressieve kracht put – een wereld die ver voorbij de literatuur reikt. Dat zo’n immanente meervoudigheid niet oplost in zijn omgeving en een eigen consistentie behoudt,dankt het voornamelijk aan zijn ritme.'(bladzijde 271-272) Wordt vervolgd. Nu weer verder met gedicht ‘(5)’ van Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. ‘ een telegraafpaal legt zijn schaduw van creosoot/ over de klinkers als ik het park binnenga en zo/schuift het ene herinneringsbeeld/ zich als vanzelf voor het andere/// ik neem het grintpad dat onder de oudste bomen/ door de singel volgt en zie een zonbeschenen witgouden zijmuur/van de kinderkolonie in Wijk aan Zee/ als voor het eerst voor me,een heimwee oproepend/ naar gebieden waar ik nooit geweest ben/ en wel nooit zal komen ook/// maar die onverminderd blijven trekken'(bladzijde 31-32) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. De hommage-collage is af. Kijk op facebook. Tentije blijft nog even! Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Uit de hoge hoed. Poëzie voor hoogbegaafde kinderen’ het woord ‘roekoemeisjes’.(bladzijde 109)