met ‘Weerstandsbeleid (nieuwe kritiek)’ van Jeroen Mettes. ‘De regelafbreking valt op elk moment samen met een (mogelijke) pauze in de syntactische constructie,zodat elke regel gelezen kan worden als ademeenheid van het primaire vertoog. Volgens Bronzwaer is dat weinig poëtisch,en wat we hier op de eerste plaats herkennen als ‘poëtisch’ zijn inderdaad beelden als ‘ruimte van het volledig leven’ en ‘de stenen of vloeibare engel’,nog los van wat zij betekenen. Of de beelden in het gedicht een samenhangend en betekenisvol geheel vormen is nog maar de vraag. In elk geval is een programmatisch gedicht als dit is zeker niet typerend voor de experimentele poëzie in het algemeen. Is de experimentele dichter niet juist vaak iemand die ‘maar wat aan rommelt’? En uiteindelijk blijft zelfs in dit veelvuldig gebloemleesde en geïnterpreteerde ‘ik tracht op poëtische wijze’ een uitdrukking als ‘eenvouds verlichte waters’ vrijwel onbepaalbaar:de agrammaticaliteit,zowel binnen de regel als binnen de strofe,maakt het beeld ambigu en verleent het een sterke mate van autonomie. Hoewel het ritme van de tekst schijnbaar het natuurlijk ritme van de taal volgt,doet Lucebert dingen met de grammatica die weliswaar niet metrisch zijn,maar wel degelijk vervreemdingseffecten bewerkstelligen en dus poëtisch (niet referentieel)kunnen worden gelezen.'(bladzijde 274-275) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Hieromtrent’ van Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. ‘wind trekt golvend door de dennen en ondergronds/heeft de zee schelpenbanken,helse/brekers en muien afgetekend misschien///ook hier is geen plaats genoeg om het vele te bewaren en zoekt/stuifzand vergeefs achter de stoepranden/beschutting,terwijl rook van loof dat verstookt wordt/komt overgewaaid van de landjes/en er rond een lantaarnpaal heelhuids/een sleetse fietsband ligt -///hoeveel moeite getroosten de dingen zich niet'(bladzijde 36) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘droomkadaster’. (bladzijde 24)