met ‘Weerstandsbeleid (nieuwe kritiek)’ van Jeroen Mettes. ‘Dat we überhaupt iets ‘herkennen’ hebben we in ieder geval te danken aan het Geheugen,waarin ritmes – niet alleen van taal en poëzie,maar ook van muziek,de werkdag,de seizoenen,enzovoorts – niet opgeslagen liggen als representaties,die we actief en bewust bij het gedicht zoeken,maar virtueel doordenderen,voor het grootste deel onhoorbaar,en die door de confrontatie met een tekst opeens kunnen beginnen te resoneren in het lichaam. We zoeken of in-terpreteren niet,maar laten in onze passiviteit het Geheugen aanspreken door het gedicht. Dit proces lijkt op Prousts ‘mémoire involantaire’ – ‘une synthèse passive […] qui diffère en nature de toute synthèse active de la mémoire volontaire'(DR 115). Combray is dus niet simpelweg een plaatje van een oud heden opgeroepen in Marcels huidige heden,maar een ritmische economie van intensiteiten (de madeleine,de kus van mama,enzovoorts),die geactualiseerd wordt veeleer dan voor de geest gehaald ‘dans une splendeur que ne fut jamais vécue,comme un passé pur qui révèle enfin sa double irréductibilité au présent qu’il a été,mais aussi à l’actuel présent qu’il pourrait être,à la faveur d’un télescopage entre les deux (DR 115). Bovendien verandert met elke passieve synthese en elke actualisering van het Geheugen:het is een open en dynamisch geheel.'(bladzijde 286-287) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Rituelen’ van Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. ‘vitrines vol hoenders,eekhoorns en hazen/terwijl een geoxideerde strijder zich iets verderop/zijdelings in zijn zwaard stort,vlak/naast de tors van een tufstenen centaur/met een afgebrokkelde penis maar vrij ongeschonden/testikels,het achterlijf is wonderlijk/genoeg dat van een merrie///hier buiten steekt de koepel inmiddels niet meer/dan zo’n halve meter boven het maaiveld uit,een ideale plek/voor rituelen – zie ze de trap weer nemen/en het bedauwde gras betreden,de dood zo nog/ontlopend,ontdansend misschien -///je had alleen de juiste passen moeten weten'(bladzijde 47) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘jezusmeters’.(bladzijde 63)