met ‘Het schrift'(Derrida) uit het boek van Ger Groot ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Waarom geldt die wet,die Saussure zelfs ver over de taal heen zou willen uitbreiden naar élk tekensysteem (semiologie),nu net niét voor het schrift? En waarom is deze filosofische afkeer,zo vraagt Derrida zich af, in de geschiedenis van het denken zo alomtegenwoordig en hardnekkig gebleken? Om die vraag te beantwoorden,probeert Derrida te achterhalen welke ideeën en (voor)oordelen in de filosofiegeschiedenis verbonden zijn met het schrift in tegenstelling tot het gesproken woord,de levende stem. Het gesproken woord,zo ontdekt hij al snel,wordt gezien als de directe verklaring van de gedachte en dus als iets wat het denken van nature vertrouwd en nabij is. Descartes heeft dat duidelijker gemaakt dan wie ook. De ideeën waarmee het bewustzijn denkt,vormen de volstrekt ‘heldere en eenduidige’ belichaming van de gedachte zelf. ‘Clair et distinct’ als ze zijn,is er niets wat deze transparantie en dus onmiddellijke aanwezigheid voor het denken vertroebelt. De stem is daarvan de levende veruitwendiging. Iemand die spreekt is als bewustzijn zelf aanwezig bij zijn woord dat klinkt. Hij houdt controle over datgene wat het uitricht en daarmee is de stem een ideaal een ideaal communicatiemiddel,waarin ideeën bijna gewichtloos van de ene persoon naar de andere worden overgebracht. De gedachte wordt weliswaar veruitwendigd,maar deze uiterlijkheid heft zich onmiddellijk weer op zodra het woord door de luisteraar is begrepen en wederom tot gedachte gemaakt.”(bladzijde 312) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘De loeiende tier’. ‘OVERLEVINGSKUNST/////Vertrouwen op de helende krachten/van de natuur. Bij de nevelvlek wachten.///Het duister vindt vanzelf het licht,/zonder welk het niet bestaat. Opluister.///Herinner je:het meest adembenemende,/van dood gebarende paars draagt in zich///het puurtse rood en het eerbaarste blauw:/ochtendgloren en een onbewolkte hemel.'(bladzijde 47) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘een mauve kwabbe getrappel’.(bladzijde 198)