met ‘Het schrift'(Derrida) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is’). ‘Dat het schrift het altijd tegen de stem heeft moeten afleggen,wijst op een diep vooroordeel in de cultuur,die volgens Derrida op talloze wijzen is doorsneden van dergelijke tegenstellingen. Hoog-laag,man-vrouw,dichtbij-veraf,eigen-vreemd:dat zijn stuk voor stuk begrippenparen die,op een manier die we al bij Lévi-Strauss naar voren hebben zien komen,de logica van onze leefwereld structureren. Neutraal zijn ze echter allerminst,laat staan onschuldig,zo voegt Derrida daaraan toe. Al die oppositieparen dragen ook een inwendige hiërarchie in zich:het hoge is per definitie verkieslijk boven het lage. Of beter gezegd:zo heeft onze cultuur dat voor ons vastgelegd. Hetzelfde geldt voor het mannelijke tegenover het vrouwelijke. Zoals Simone de Beauvoir al eerder beschreef,werd het vrouwelijke traditioneel ondergeschikt geacht aan het mannelijke. dat blijkt al uit de titel van het boek waarmee zij een steen in de vijver van de geslachtelijke relaties wierp:’De tweede sekse’. Van oudsher werd het vrouwelijk beschouwd als een afgeleide van het mannelijke,dus minder belangrijk,dus ‘secundair’. De wijze waarop Derrida de logica van de hiërarchie heeft gekritiseerd die zich (heimelijk of niet)in elke tegenstelling verbergt,is ook voor het feminisme van groot belang.'(bladzijde 314-315) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘De loeiende tier’. ‘HARTSTOCHTELIJK EN BEZONNEN TEGELIJK/////De dageraad begroeten/met zang en tromgeroffel,/ernstig en vol vuur.licht vatten.///In het heetst van de dag doorgaan,/gelijk rustig voortschrijdende kamelen/lange schaduwen werpend in verzengend zand.///Dan als de avond valt de ogenblikken meemaken,/zoals kleine vliegtuigen scherend over watervallen,/die baden in het goden licht van de ondergaande zon.///En ’s nachts in je diepste vanuit de grondeloosheid glim-/lachen om je tegenstrijdigheden,beweeglijk wijd en evenzeer/bereid de last te dragen,minneklaar blijven voor het ongewisse.'(bladzijde 52) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘het erenische fruit’.(bladzijde 199)