met ‘Toegang tot het zijn'(Heidegger,Husserl,Arendt) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Dit is volgens Heidegger de kenmerkende wijze van denken van de westerse filosofie sinds de Grieken,de metafysica. Daarin zijn de dingen opgenomen in een schema van functionaliteit dat hij ‘bestel’ noemt. Zij circuleren – bij wijze van spreken – alleen nog maar zoals geld circuleert,maar ze hebben geen eigen betekenis meer:zoals ook een euro alleen maar betekenis heeft binnen het systeem van de geldcirculatie. Alles is restloos opgeofferd aan de objectiverende blik van het subject dat in volstrekte autonomie over de wereld beschikt. Die cultus van de mens vormt voor Heidegger het hart van het humanisme:de overtuiging dat de mens de eerste en laatste waarde en – wat nog belangrijker is – tegelijk de bron van alle waarden is. Daaruit blijkt namelijk,zo schrijft Heidegger in zijn ‘Brief over het “humanisme”‘ uit 1947,’dat het karakteristieke van alle metafysica daarin bestaat,dat deze “humanistisch’ is.’ Hij schrijft ‘humanistisch’ tussen aanhalingstekens om duidelijk te maken dat het hem niet gaat om ‘menselijkheid’ in de gangbare, ethische betekenis van het woord,maar om het filosofische humanisme dat betrekking heeft op de verhouding tussen de mens en zijn wereld. Vastbesloten Voor Heidegger is niet de mens het primaire zijnde.De zoektocht naar het zijn begint in ‘Zijn en tijd’ weliswaar bij de mens,maar dat is slechts een methodisch begin.'(bladzijde 264) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘Het lidwoord stilte’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Het lidwoord stilte buigt,als mijn/stem erover loopt. Verderop Gods/veerkracht:de zon. In haar open/lettergreep rek ik mijn korte vocalen.///Lente laat in kleurvellen het licht/los. Laminair stroomt dit gedicht door/taallamellen. Vloeiblad:de dood. Bid-/prent de tijd naamvallen in mijn hoofd.'(bladzijde 52) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘op de feestende veer van het doosje in het torentje oosters gesloten’. (bladzijde 224)