met ‘Vrijheid'(Proust,Bergson,Husserl,Sartre,Beauvoir)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Zelfs het beschimpen van de burgerlijke autoriteiten behoort tot de jeugdriten van wie al tot dezelfde klasse zijn voorbestemd. In de vrije vertaling van Ernst van Altena: ‘En om twaalf uur als de burgertroep/Huisging uit hotel Goudfazant/Dan scholden wij ze poep/En zongen vol vuur/pet in de hand///Burgerij,mannen van het jaar nul/Vette vieze varkens/Burgerij tamme zwijnenspul/Al wie burger is is een ouwe….’ Het venijn zit in de staart van dit lied,waar de jonge rebellen zich uiteindelijk ontpoppen als precies dié ‘bourgeois’ die ze ooit uit balorigheid hebben beschimpt. Een dergelijke salto mortale kan men Sartre niet verwijten. Hij is tot aan het einde toe trouw gebleven aan het individuele non-conformisme van zijn ‘authentieke mens’. Wel heeft hij na de Tweede Wereldoorlog aan dat non-conformisme een politiek-marxistische dimensie trachten te geven die in zijn hoofdwerk ‘Het zijn en het niet’ nog geheel afwezig was. Nadat het existentialisme na de Tweede Wereldoorlog ruim een decennium lang de intellectuele sfeer had beheerst als de filosofie die een nieuwe toekomst beloofde,kwam het aan het einde van de jaren zestig nog één keer tot bloei. De beweging van ‘mei ’68’ en de hippies in Amerika hebben we eerder al zien langskomen als erfgenamen van Rousseaus liefde voor de natuurlijke mens.’ (bladzijde 243-244) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Zonnewind blaast licht/zinnig azuren bellen/in het zomerhersen./Vilten voetzool. Olijfkern./God:facilitatie van plaats/en tijd. Woordchip wordt/elastisch longvlies./Taalstippen hippen op/zee. Ik fazel. Mijn span/ader kristalt. Ademgeruis.’ (bladzijde 94)Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘de zon zij huilde van vreugde’.(bladzijde 227) ‘