met ‘De dood van God'(Nietzsche,Wagner)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘In 1872,vier jaar na zijn kennismaking met Wagner,publiceert Nietzsche ‘Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik'(De geboorte van de tragedie uit de geest van de muziek),zijn eerste filosofische boek dat uitpakt als een onverbloemd staaltje propaganda voor het wagneriaanse muziektheater. Wagners ‘Gesamtkunstwerk’ zal volgens Nietzsche voor de Duitse cultuur zijn wat de tragedie voor de Atheense was. Hij analyseert wat die ‘Attische tragedie’ van vooral Aeschylus en Sophocles allemaal behelsde en wat daarin op het spel stond. Daarbij leunt hij zwaar op de filosofie van Schopenhauer en – zij het minder opvallend – op wat Wagner zelf daarover al geschreven heeft. Dionysisch,apollinisch Toch doet ‘De geboorte van de tragedie’ in een aantal opzichten aan Schiller denken,al tref je diens naam in het hele oeuvre van Nietzsche nauwelijks aan. Nietzsche stemt hier stilzwijgend in met Schillers geloof in de centrale plaats van de kunst in ‘opvoeding’ van de mensheid. Ook in het mensbeeld dat in dit boek naar voren komt,tekent zich een schilleriaanse antropologische dualiteit af. Wat Schiller ‘vormdrift’ noemde heet bij Nietzsche ‘grosso modo’ ‘het apollinische’,en wat Schiller ‘stofdrift’ noemde heet bij hem ‘het dionysische’ – termen die hij aan Wagner heeft ontleend.'(bladzijde 182) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Spatwater’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Herfst meet werkelijkheid/met een doodslint.///Linnen zomerherinneringen/tot winterhemden versneden.///De schoenen van de tijd/lopen vol water:sterven.'(bladzijde 165) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘verbrijzel de stilstand het kruis’.(bladzijde 230)