met ‘De mens een kunstenaar'(Schiller) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Piet Mondriaan en Theo van Doesburg willen in hun oeuvre niet alleen schoonheid tot uitdrukking brengen,maar vooral de kosmische relaties en het daarin heersende evenwicht die volgens hun theosofische opvattingen de werkelijkheid zelf kenmerken. De lijnen,vlakken en panelen van hun schilderijen en architectonische ontwerpen,weerspiegelen niet alleen het metafysische stramien van de wereld,maar participeren daar ook in en ‘belichamen’ daarmee de fundamentele orde van alles wat bestaat. Maar er mocht dan in elke arbeider een kunstenaar schuilen,net als in de burgers uit de midden- en de hogere klasse,tot ware creativiteit wilde het bij menigeen maar niet komen.'(bladzijde 173-174) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Eenzaam enzovoort’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Zuurstofovergang///Er valt vanillebloesem:/met suiker geglazuurde/vlokjes werkelijkheid/ik denk minstens,dat/ik in de voorhaal ben/lente in de winter/wereld,houd je zware/adem in vandaag zoet/toeval werp mijn gezicht open/opdat mijn gezucht verzacht/zoals de lucht luchtiger is/als het licht zich verspreidt/laat me in de bruidstooi/vooraleer ik me weer realiseer/de dood heeft de voorgooi'(bladzijde 193) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘maan’. ‘groot blank gezicht zonnige wind/ik zie van de verschrikte sterren de harten/opgaan en ondergaan en ook/de altoos brandend kussende/marmeren vrucht van je mond daartussen'(bladzijde 247)