met ‘Geschiedenis en de woestheid van de wereld'(Hegel,Schopenhauer)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Wat ik zie(mijn voorstelling van de wereld)is een geordend,redelijk geheel. Maar wat ze is,is een wilde dynamiek van krachten die volstrekt anarchistisch en ontembaar slechts datgene nastreven wat zij begeren of willen. Het zal tot aan het midden van de negentiende eeuw duren voordat Schopenhauers denken werkelijk wordt opgemerkt. Aanvankelijk blijft zijn ster geheel verborgen achter de overweldigende glans van Hegel,die hij meende van zijn troon te kunnen stoten. Maar als zijn naam eenmaal gevestigd is,is meteen ook het hek van de dam. Schopenhauer wordt op zijn oude dag verreweg de best gelezen en meest populaire filosoof van Europa,en dat zal tot aan de Eerste Wereldoorlog zo blijven. Zijn invloed is immens:van de componist Richard Wagner tot de jonge filosoof Friedrich Nietzsche en de revolutionaire psycholoog Sigmund Freud,wiens ‘onbewuste’ dezelfde karaktertrekken heeft als als die welke Schopenhauer aan de ‘wereldwil’ toeschreef:de hele Europese cultuur,binnen en buiten het Duitse taalgebied,komt in zijn ban. Achter de werkelijkheid gaat niet langer een eenheidsscheppend principe,harmonie,scheppingswil en zelfs een God schuil. En dus mag de mens ook niet langer hopen,zoals Kant in zijn ‘Logik’ nog schreef,op een een uiteindelijke verzoening of verlossing.'(bladzijde 160-161) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Onder zeil gaan’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Verbeeld je een spiegelschipp op zee,flarden/eiland,uiteengerafeld licht,flappend zicht,/je gissend oog buiten boord,ongehoord/wit ruisend gehuiver waaiend over je/verfomfaaien,het logboek leeggekeken/in de draaikolk van de horizon.en dan,/de boot in nood blikt een onbestaand,nooit/ondergaand verlangen aan,een zelfvolmaakte/plaats,waar je,reiziger van het laatste uur,/geen vreemdslachtig exotisme,maar verrast,/onnoemelijke verwantschap ervaart,en waar/weerkaatsend tegen later je tijd het einde vindt:/is van de wereld gaan niet altijd vreemd gaan?'(bladzijde 203) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘zo diep gezonken’. ‘de duizenden in slangenkoppen uitgelopen/tot diep in hun nachtelijk paradijs/etend het eigen kokskind of/het lekkers door de neus geboord en/gauw staande dat etend/zij maken zich daarna grijs en rimpelen zich dronken/belust op en onder de razende opperman///en als de laatste ster die nog straalde/uit het plezier der vruchten hun afvalt/en hun roep:BEDEKT HET BEDEKT HET heeft/verpletterd hun lippen zien zij verliefd/hoe voor een ieder een worgengel zich uit de wolken werpt'(bladzijde 283)