met ‘Geschiedenis en de woestheid van de wereld'(Hegel,Schopenhauer)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Vaak wordt dit stuk beschouwd als het begin van de twintigste-eeuwse muziek. Maar met evenveel recht kan men er de bekroning in zien van een ontwikkeling die bij Schopenhauer is begonnen. De chaos is alomtegenwoordig geworden,de oerkrachten hebben vrij spel in hun gewelddadige anarchie,het sublieme van een ongetemde natuur is klank geworden – het visioen van de hele negentiende-eeuwse Romantiek komt erin tot een extatische uitbarsting. Brede bekendheid krijgt ‘Le sacre du printemps’ pas wanneer Walt Disney het stuk gebruikt in zijn film ‘Fantasia’ uit 1940. Het begeleidt daar een weergave van de evolutiegeschiedenis die,zo benadrukt de film,zo wetenschappelijk mogelijk is weergegeven – uiteraard naar de inzichten van dat moment. Zoals Stravinski de woestheid van het menselijk bestaan onderstreept,zo brengt het darwinisme aan het licht dat het leven zich heeft ontwikkeld langs lijnen van toeval en geweld en allerminst berust op de welwillende zorg van een bovennatuurlijke Schepper.'(bladzijde 162)Dit was hoofdstuk 10. Nu verder met hoofdstuk 9 ‘Verstrooiing'(Madame de Staël,Luther) ‘Het is geen toeval dat de wending naar het cultureel en nationaal eigene vooral in de Duitse staten op de voorgrond trad. Isaiah Berlin wijst op de cultuurpolitieke oorzaken van deze omslag:Duitsland zou zich als de mindere,achtergebleven natie(of liever:een conglomeraat van naties)tegen de hegemonie van Frankrijk hebben willen afzetten door zijn ‘Gemütlichkeit’ als een geuzenattribuut te omarmen.'(bladzijde 135) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. Titel ‘Openbreking’. ‘Membraanbreuk,mijn tijd staat blank:/wit ruisende willoosheid,plasmalawines,/smeltende taalbergen,onderlopend inzicht,/mijn wereld eindigt hier en nu,deze zin/is de laatste,deze gil,deze regels,felle/gedachteval,doodswind en oerstorm,/stortvloed van terneergedrukte gevoelens;/panisch,de ogen wagenwijd open,glijd/ik in de verbeelding van in bloedkleur/badende ruimte,opgenomen in de mate/van het buitenste;zowaar wens ik/iedereen alle liefde van de wereld toe;/pas nu dringt de werkelijkheid tot me door:/vroeger was ik onecht;hemellief,achter/het spiegelvlak van het bloedstollendste/spant een regenboog de kosmos toekomst-/echt op;en uit een zee van dood,raadselend,/wordt voortdurend lichtvaardig leven geboren.'(bladzijde 206) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd.Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘moeite’. ‘een rode wind verlaat de stervende zon/maakt heel heet de avond///hoog op zijn hemelblank terras/gaat de grootste zoon des hemels zelfs/achter zijn waaier bezweet///als achter een ploeg'(bladzijde 287)