met ‘Monsters en de vrije wil'(Mary Shelley,E.T.A. Hoffmann,Turing,Kant)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Op die manier leidt Kant af hoe empirische kennis mogelijk is en hoe daarbij vormgevende principes van het verstand noodzakelijkerwijs moeten worden verondersteld. Met als revolutionaire consequentie dat het van het subject afhangt hoe de wereld eruit ziet,en niet andersom. Het zijn immers de aanschouwingsvormen van mijn waarneming en de categorieën van mijn verstand die het beeld van de werkelijkheid vormgeven. Kant lijkt er daarbij nog van uit te gaan dat die schema’s voor alle mensen dezelfde zijn:ze zijn immers verbonden aan de categorieën van de logica. Maar een radicale wending is gemaakt. Nog veel meer dan bij Descartes is de mens bij Kant het fundament geworden van de werkelijkheid zonder meer. Dat wil zeggen:van de werkelijkheid zoals ze aan mij verschijnt. Een andere werkelijkheid hebben we niet meer.’ Dit was hoofdstuk 4. Nu naar hoofdstuk 3. ‘Een ingewikkelde machine'(Spinoza,Mozart,Lamettrie,Ryle) ‘Neurofysiologie was in de zeventiende eeuw nog een onbekende zaak. Laat staan dat de ziel,die bij Descartes nog onlosmakelijk verbonden was met de godsgedachte,zou kunnen worden teruggebracht tot iets materieels. Maar hoe verhielden die twee zich dan tot elkaar? Sommige van zijn volgelingen trachtten het onverklaarbare te verklaren door – net als Descartes – de bal terug te spelen naar God.'(bladzijde 76 en 51)Wordt vervolgd. Nu weer verder met de reeks ‘O de aarde’ van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ’10////Zwerfpijn,een nomade in het lijf,/bivakkeert waar zij dat wil,/breekt op,trekt verder,zwakt/soms af na snijdende signalen,speelt/weer op en wakkert aan./ Een schreeuw krimpt/tot gezucht dat onrust en verwarring zaait./Wat slikt de zwerfster/dat mijn geest verlicht? Door welk gerucht/ontkiemt vertwijfeling in het brein?///Een pen haakt in een denkbeeld/op de vlucht,helder eerst,vervaagd daarna,/en toen/ vermoedelijk zoekgemaakt -‘(bladzijde 28De reeks is nog niet af. Wordt vervolgd. NU weer verder met het gedicht ‘jazz and poetry’ van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. ‘right sir,want is niet vet vlees goed vlees/is niet strelen struikelen/is niet huilen lachen/want duitsers zijn toch ook mensen/want de armen van nu zijn de rijken van morgen/want een goed geluid heeft nog meer dan geluk/het breekt ons heel en transcendeert ons stuk/cuanto más alto se sube/tanto menos entendía/and so for once it is true/i’m & you are too/lucky with a lucky'(bladzijde 477) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd.