We nemen deel aan de ceremonie van ‘het groeten van de boom der poezie’. Ik ga nu de aantekeningen voorlezen,de inaugurale opmerkingen. Niemand kent D.E. Soms word ik overstemd door het geluid van passerende voertuigen. Een klein meisje kijkt me strak aan,een vinger in haar mond. De takken zijn versierd met linten in vele kleuren. En die wapperen in de wind.’ (bladzijde 37) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.